GODSDIENST ALS GRONDRECHT
In het televisieprogramma Pauw op vrijdag 21 november 2014 werden passages voorgelezen uit drie boeken, waarin aangezet werd tot haat en moord. Dat waren de volgende boeken:
1. Mein Kampf van Adolf Hitler
2. de Bijbel
3. de Koran.
Er was ook een tweede kamerlid van de Christen Unie te gast. Die ontkende het haatzaaiende karakter van de bijbel. Hij stoelde dat op zijn interpretatie van het boek. Peter R. de Vries, ook te gast, wanneer is die er niet, merkte daarover op dat er in de Verenigde Staten, dat puriteinse bijbelvaste land, wel honderd miljoen gelovigen rondliepen die de bijbel op de letter geloofden en dus ook die over het afslachten van de vijand.
De grondwet schrijft vrijheid van godsdienst voor. Maar wat is een godsdienst en wie maakt dat uit?
In de jaren zeventig was er op de Wallen een Satanskerk die aanspraak maakte op de belastingvrijstellingen zoals ook andere kerkgenootschappen die genoten. De rechter verwierp dat omdat de Satanskerk geen echt kerkgenootschap zou zijn. Hij hanteerde daarvoor het leerstuk schijn en wezen. Waarschijnlijk had de rechter gelijk.
In de roman La vengeance d’Esther van Paul-Loup Sulitzer echter komt een hoofdstuk voor waarin iemand langs de deuren gaat en aan eenzame oude dames stukjes in de hemel verkoopt voor geld. Als oplichter wordt hij vervolgd, maar door het magistrale pleidooi van zijn advocaat vrijgesproken. Die had aangetoond dat de gevestigde kerk hetzelfde doet. En inderdaad, ook voor ons valt dat met de enorme rijkdom van de katholieke kerk goed te begrijpen.
Wat wij hiervan kunnen leren is dat een kerkgemeenschap een afspiegeling vormt van de gewone maatschappij, waarin altruïsme en hebzucht hand in hand gaan. Maar ook dat godsdienst geen waarborg is voor altruïsme. Sterker nog, altruïsme wordt gebruikt als middel om de juistheid van dogma’s te verkondigen. Het is een verweermiddel. De kerk is altruïstisch, nou dan, wat wil je nog meer? De bedoelingen zijn zuiver.
Maar over dat laatste valt wel wat te zeggen als we naar de geschiedenis kijken. Daar ging het vooral om de dogma’s. En die dogma’s hebben in wezen geen ander doel dan het uitoefenen van macht zoals ook een dictator dat nastreeft. In feite gebruikt een notoire dictator dezelfde middelen. Die neemt ook kinderen op schoot en laat de gemeenschap geloven dat harde maatregelen er zijn om de mensen tegen zichzelf te beschermen.
Hoe, waarom en wanneer wordt men machthebber? Een vreedzame burger kan die altijd te misbruiken macht natuurlijk alleen maar toevertrouwen aan hen die macht zien als middel om die vreedzame samenleving te bevorderen. Toch, velen staan er niet bij stil dat godsdienst anders in elkaar zit. Een godsdienst is niet democratisch. Sommige godsdiensten, opgekomen na de reformatie, hebben geprobeerd dat te benaderen. Maar het valt op dat men al snel in de oude fout vervalt. De film Fanny en Alexander van Ingmar Bergman getuigt daarvan.
Dat is ook niet verwonderlijk. Godsdienst, geloof is een uitnodiging om je vrije wil, je kritische vermogen los te laten. En dat heeft voor hen die over weinig kritisch vermogen beschikken aantrekkelijke kanten, want het biedt zekerheid die er eerst niet was. Een schijnzekerheid misschien, maar dat is dan tegen dovemansoren gezegd.
Hoe zit het nu met hen in de kerk die wel over kritisch vermogen beschikken? Ook die laten dat los om geheel andere redenen. Voor hen is de kerk een instituut, een gemeenschap waarin men een functie bekleedt. En als dat niet zo is dan toch om zichzelf een houding van rechtschapenheid te kunnen geven. Zonder naar de kerk te gaan kan dat ook, maar in de kerk valt het meer op.
Er is meer. Ik heb eens een tienjarige jongen meegemaakt die nog aan Sinterklaas geloofde. Aan zijn verstand lag het niet, maar waar andere kinderen op zesjarige leeftijd begonnen te mopperen dat ze voor de gek gehouden werden hield hij wijselijk zijn mond. Toen hem werd voorgehouden dat het afgelopen was met die flauwekul zag hij dat als een aantasting van zijn rechten, in zijn geval de kadootjes. Eigenlijk is dat met die weldenkende mensen in de kerk ook zo. Voor hen kan de waarheid niet de vrije loop gelaten worden, want die gaat zich tegen je keren, er wordt wat van je afgenomen.
Paus Franciscus begint nu aan wat dogma’s te sleutelen. Dat bevestigt de gedachte dat het vooral om de macht gaat. Anders was dat al veel eerder gebeurd. Dat dat nu toch gebeurt, veel te laat, bevestigt ook dat het gaat om de macht. Want die zal men gaan verliezen als er niets gebeurt.
Terug naar het uitgangspunt in onze grondwet die vooral democratisch wil zijn en daarom vrijheid van godsdienst als een grondrecht noemt. Hoe kan men nu die democratie bevorderen met een dergelijk ondemocratisch instituut? Rechtsgeleerden zullen betogen dat het allemaal wel meevalt. Volgens artikel 6 van de grondwet is godsdienstbelijdenis gebonden aan de grens dat het moet vallen binnen ieders wettelijke verantwoordelijkheid. Kortom de wet gaat boven een kerkelijk dogma.
Toch wringt hier iets. Een democratische ordening ziet erop dat men iemand ter verantwoording kan roepen. Nu hebben wij te maken met geschriften die dienen als basis voor godsdiensten die zonneklaar in strijd zijn met onze democratie. En nu kan die mijnheer van de Christen Unie wel roepen dat het allemaal niet zo bedoeld is, ja dat haalt je de koekoek. De Nederlander wordt geacht de wet te kennen. Gelooft u het? Als dat net zo is als met dat andere geloof kunnen we de vergadering sluiten maar ik hoop toch op wat meer begrip. Om er geen misverstand over te laten bestaan, voor de gelovige gaan de woorden in de kerk boven alles.
Al met al brengt mij dat op de gedachte dat die vrijheid van godsdienst als grondrecht toch niet zo’n goed idee is. Waarom hebben wij dat nodig in een tijd waarin godsdiensten als culturen moeten worden gezien en voor het overige het verschil tussen geloof en bijgeloof ongeloofwaardig is geworden?
Vrijheid van levensovertuiging, vereniging en vergadering >
lijkt mij voldoende, met de toevoeging binnen ieders wettelijke verantwoordelijkheid.