Dit is geen pleidooi voor afschaffing van de doodstraf. Ongeveer gelijktijdig met de dood van onze vroegere minister van justitie en latere minister-president Dries van Agt is in in Frankrijk de oud minister van justitie en advocaat Roger Badinter overleden op 95-jarige leeftijd. In Nederland werd daar geen aandacht aan gegeven maar in Frankrijk des te meer. Badinter was de auctor intellectualis van de afschaffing van de doodstraf in Frankrijk in 1981 onder het presidentschap van Mitterand. Te zijn nagedachtenis werd Badinter in de media bewierookt als de grote humanist die Frankrijk verder had gebracht op het pad van de beschaving.
Ik heb daar met gemengde gevoelens naar gekeken. Als je zag hoe Badinter in de Assemblée Nationale en ook daarbuiten tekeer ging tegen een ieder die het waagde tegen zijn kruistocht kritische geluiden te laten horen kon ik hem niet zien als de grote vredelievende humanist waarvoor hij wilde doorgaan. Als een haatdragende bezetene ging hij tekeer zodra zijn stokpaardje onderuit gehaald werd. Badinter kwam op mij over als iemand die zich met een beladen onderwerp in de schijnwerpers wilde plaatsen, voor mij een goedkoop succes.
De televisiepresentator Laurent de Lahousse van France 2 waagde het nog wat kritische kanttekeningen te plaatsen en toonde ook een opponent die Badinter beschuldigde als de advocaat van moordenaars. De geïnterviewde minister van justitie Eric Dupont-Moretti hulde zich eerst in stilzwijgen en gaf min of meer schoorvoetend te kennen dat Badinter toch wel een groot man geweest was.
Om met de deur in huis te vallen. Afschaffing van de doodstraf kan niet verdedigd worden op humanitaire gronden zoals Badinter deed. Je kunt alleen maar voor afschaffing zijn vanwege het risico dat een gemaakte fout niet hersteld kan worden. Het beroep op humanitaire gronden is een drogreden. In de oorlog wordt het doden gerechtvaardigd als zelfverdediging. In vredestijd is het met de doodstraf precies hetzelfde. De gemeenschap moet beschermd worden tegen misdadigers, moordenaars. De doodstraf is daarvoor het ultieme middel. Een kans op verkeerde toepassing is er altijd. De discussie voor of tegen behoort daar over te gaan. Met humanisme heeft dat niets te maken.
Badinter heeft onderbuikgevoelens gebruikt om zichzelf op een voetstuk te kunnen plaatsen. Waar dat toe kan leiden leert de geschiedenis. Het is niet voor niets dat het kon gebeuren onder het presidentschap van zijn grote vriend Mitterand die Frankrijk gebracht heeft tot de staat waarin het thans verkeert. Een land waar burgerwachten voor veiligheid moeten zorgen, leerkrachten aangevallen en hun hals wordt afgesneden. Mitterand heeft een sfeer geschapen waarin verantwoordelijkheid werd afgedaan als een instrument van de rijken was om je te laten knechten. Zo kreeg hij zijn stemmen voor elkaar en het nageslacht het voor de kiezen.
In Nederland komt dit ook voor. Ik herinner mij mr dr Benno Stokvis, een tot socialist bekeerd communist, die met zijn radioprogramma Recht en Slecht de goegemeente een rad voor de ogen kon draaien. Toen de jonge Mia Versluis door een narcosefout hersendood achter bleef en de vader weigerde er de stekker uit te trekken verdedigde mr dr Benno Stokvis dat en trok van leer tegen Hitlerpraktijken en genocide.
Badinter heeft afschaffing van de doodstraf bepleit op valse gronden. Hij had dat moeten met een koele redenering. Maar dan zou hij niet bewierookt worden als de grote humanist.