ONTGROENING

Het ancien régime van vòòr de Franse revolutie kenmerkte zich door gesloten gemeenschappen, nepotisme, gildes, klassenjustitie, oligarchie, monarchie. Kortom een weinig transparante maatschappij. Toch slaagde de initiatiefrijke vrije mens erin zijn stem te laten horen, wat leidde tot de Franse revolutie. Maar het duurde nog bijna twee eeuwen voordat het gezag werkelijk aan gruzelementen werd geslagen. Dat gebeurde met de studentenopstanden in mei 1968 in Parijs, in augustus 1968 in Amsterdam, de Maagdenhuisbezetting en ook in andere Europese steden. De studentencorpora ontkwamen er niet aan. In Groningen voegden het mannelijke Vindicat atque Polit en het vrouwelijke Magna Pete zich samen. In het bedrijfsleven ontstonden ondernemingsraden.

Wij leven anno 2017. Vreemd genoeg doen zich juist nu weer ernstige ontgroeningsincidenten voor, die veeleer lijken op de mores binnen 19-eeuwse Duitse studentencorpora, waarbij de Mensur, een lidteken in het gezicht door een degenhouw, het ereteken was waarmee in de verdere carrière deuren geopend konden worden. Ik herinner mij mijn eigen ontgroening in 1964 en het Dachautje spelen in Amsterdam en Tres faciunt collegium (de roetkapaffaire in Utrecht) niet ver achter ons lagen. We werden kaal geschoren, droegen een strikt voorgeschreven tenue van colbert met vest en das, broek met omslagen. Het strikken van de das zoals toegepast door de zoon van Donald Trump zou een regelrechte grond tot verwijdering hebben gegeven. Er werd aan jasjes getrokken en geduwd, je viel in bierplassen met zaagsel en zag er niet uit. Ik herinner mij een feut die onder een autobus kwam. Altijd gebeurde er wel iets, maar geen doden gelukkig dat jaar. Al vond ik wel dat het verblijf op de sociëteit meer risico inhield dan de twee jaar militaire dienstplicht die ik er op had zitten.

Toch was voor mij die groentijd minder onrustbarend dan wat ik er nu in media over verneem. Een liter jenever drinken, op iemands hoofd staan, bangalijsten (moet dat niet bunga! bunga! zijn, het geliefkoosde tijdverdrijf van Sylvio Berlusconi?) In mijn tijd was er geen sprake van zwijgcontracten met een boete van € 25.000. Afgezien van de ongeldigheid van deze contracten (strijdig met de goede zeden en de openbare orde, art. 3:40 lid 1 BW) tekent het de sfeer. Ze zijn niet te vergelijken met de zwijgplicht in de uitoefening van een dienstbetrekking, het verschoningsrecht van een geestelijke, arts, advocaat en notaris. Naar mijn mening ook niet met het actusgeheim van destijds, dat door Jelle Troelstra tijdens een debat in de Tweede Kamer der Staten Generaal werd gebroken en hij werd geroyeerd als Vindicat reünist.

Wat valt er te zeggen vóór die zwijgplicht? Ik zou zeggen, op zijn best een drempel voor kwaadwillenden die een verkeerde uitleg aan een en ander willen geven. Maar het weegt niet op tegen het risico van de verkeerde elementen die menen straffeloos hun gang te kunnen gaan.

Nu ontving ik als oud-lid een brief van de Senaat Derksen van Vindicat waarin men zich aangedaan toont en verslag wordt gedaan over hoe de groentijd 2017 moet verlopen. Ik weet niet of men zich aangedaan voelt door het leed van de slachtoffers dan wel door de media die over Vindicat zijn heen gevallen. Dat komt door de halfslachtige wijze waarop de daders zijn aangepakt, eigenlijk niet zijn aangepakt, zoals ik het verloop van de kwalijke gebeurtenissen heb begrepen. Natuurlijk is men pas schuldig als er een veroordeling wordt uitgesproken. Maar het kan niet zo zijn dat een uitslaande brand alleen door de krant wordt gemeld als het op de telex is bevestigd. Als iemand meent op het hoofd van een feut te kunnen staan is op dat moment een trap in zijn ballen het juiste antwoord, alsmede hardhandige verwijdering, bij voorkeur ten aanschouwe van het aanwezige feutendom. In mijn tijd heb ik het meegemaakt dat te overijverige kroegcommissarissen door hun voorgangers tot de orde werden geroepen. Zo wordt er een natuurlijk gezag geschapen. De papierwinkel erna doet de rest.