Blog Image

Celeste Lupus

Over dit weblog

Celeste Lupus schrijft over: literatuur, politiek, filosofie, recht, economie en wetenschap.

Pamfletterie

Literatuur Posted on Sun, April 30, 2017 11:28:52

SPEURTOCHT VOOR SCHRIFTGELEERDEN

Ooit in het jaar 1990 verscheen er een pamflet getiteld De ondergang van Nederland – Land der naïeve dwazen door ene Mohamed Rasoel. Velen hebben zich suf gepiekerd wie daar achter zou zitten. Want de schrijversnaam kon niet echt zijn, moest ontleend zijn aan de islamitische spreuk La illa la il Allah, Mohamed Rasoel Allah, oftewel er is maar één God en Mohamed is zijn profeet. Niet dat Mohamed Rasoel, als men het pamflet leest, veel op heeft met die wijsheid. Het biedt een aaneenschakeling van hoe de nette behoorlijke Nederlander zichzelf voortdurend in de voet schiet, zo dat het lachwekkend, schrijnend wordt. Rasoel bestempelt de Nederlander als dwaas, naïef. En in wezen is dat nog zwak uitgedrukt. Want er is een nog kwalijker uitleg denkbaar over die Nederlander. Namelijk de Nederlander die het dan wel opneemt voor de hulpvragende vreemdeling aan de poort, maar dit doet uit berekening, omdat ook hij zich slachtoffer voelt, door wilszwakte, onvermogen iets te ondernemen en zich klein maakt om een ander de kastanjes uit het vuur te laten halen. Hij ziet die vreemde als gelijke, als medestander in de strijd om het bestaan die beiden uit de weg gaan.

Hoe dat ook zij, Mohamed Rasoel voorspelt onheil door zoveel gebrek aan inzicht en wilszwakte. Het is niet toevallig dat het pamflet in 1990 grote beroering wekte en dat het de veronderstelde schrijver, ene Zoka Mansoor A., een uit Pakistan afkomstige revue artiest, op een veroordeling wegens aanzetten tot haat op grond van ras of geloofsovertuiging kwam te staan. De sfeer in het land was dusdanig dat men zich gekrenkt moest voelen, bij de zuiveren van geest omwille van de vluchteling, bij de berekenende Nederlander door het gevoel zich in de kaart te hebben laten kijken.

Het is niet daarom dat ik dit stukje schrijf. Neen, het gaat hier om de vraag wie het pamflet werkelijk geschreven heeft. Dat Zoka Mansoor A. het helemaal alleen heeft geschreven kan ik niet aannemen. Daarvoor is de stijl te wisselvallig, hier en daar literair en scherpzinnig, met een kennis van zaken die men van een revue artiest niet kan verwachten. Ene W. Drees uit ’s-Gravenhage schreef naar aanleiding van een bericht in de NRC een ingezonden brief, geplaatst op 9 november 1990. Hij neemt stelling tegenover de mening van de taalkundige prof. T.A. van Dijk dat Gerrit Komrij de schrijver zou zijn, hetgeen de laatste verontwaardigd ontkende. Eerlijk gezegd zou ook mij dat verbazen, want Gerrit Komrij meen ik te kennen als een letterkundige die als zoveel van zijn soortgenoten zich kon laten verblinden door het geweeklaag. Zonder het pamflet te kennen formuleert W. Drees behoedzaam dat naar zijn mening Gerrit Komrij niet de schrijver kan zijn. Drees kent Komrij niet, maar Rasoel wel, die allochtoon is, geen perfect Nederlands spreekt en onvoldoende kennis van de Nederlandse instituties heeft. Drees meent aan de hand van de persberichten dat het motief van Rasoel is de waarschuwing tegen onverdraagzaamheid, tegen fundamentalisme.

Allereerst, wie was deze W. Drees? Hij zou de zoon dan wel de kleinzoon van de grote Drees kunnen zijn. De zoon als leider van de teloorgegane politieke partij DS ’70 die zich verzette tegen het verloederde socialisme, ofwel de kleinzoon, natuurkundig en theologisch geschoold. Bij mij kwam even de gedachte op dat deze Drees zelf de auteur van het geschrift zou kunnen zijn geweest, maar verwierp dat onmiddellijk. Het geslacht Drees kenmerkte zich door gedegenheid, behoedzaamheid, wars van strapatsen.

Er was eens in Nederland een pamflettist die zich bediende van zoveel schuilnamen dat zijn slachtoffers wel in de war moesten raken en dat was natuurlijk ook de bedoeling. Piet Grijs, Stoker, Raoul Chapkis, Battus, Victor Baarn, Batticus, Hugo Battus, Dolf Cohen, Maaike Helder, Peter Malenkov, Talisman en dat is nog maar een fractie van zestig of zeventig andere schuilnamen waarvan hij zich bediende. Ik herinner mij dat Battus de toenmalige minister president Biesheuvel niet kon uitstaan vanwege diens walgelijke operettehoofd. Ook Piet Grijs maakte het zeer grijs en zo verder. Zelf vond ik dat deze pamflettist eruit zag als een aan het celibaat ontsnapte priester met de verholen blik of hij daar wel goed aan gedaan had. Misschien dat hij daardoor zulke fletse kinderen kreeg. Beiden traden dan wel in de voetsporen van de vader, echter hun bespiegelingen over het leven smaken naar slappe thee.

Maar de vader vermoordde de loopbanen van de criminoloog Wouter Buikhuisen en de rechtsfilosoof Paul Cliteur. Hij doet denken aan de linkse rakkers na de oorlog die voor Moskou de poort openden, maar schielijk hun waffel hielden zodra uitkwam dat ze in de oorlog fout geweest waren. En men moet er bewondering voor hebben dat Piet Grijs het zo wist te klaren dat niemand op de gedachte kwam hem aan te geven voor aanzetting tot haat, alhoewel Buikhuisen als gevolg van diens aanvallen te maken kreeg met bommeldingen, zijn oratie werd verstoord en hij met de dood werd bedreigd. Ook Cliteur voelde zich door zijn opiniestukken bedreigd, als ook door die van Marcel van Dam en Thijs Wöltgens.

Er heerst een gespleten geest in Nederland. De één mag aanzetten tot haat, omdat het politiek correct is. De ander mag het niet, omdat de waarheid verdraaid mag blijven worden. De in Oost Duitsland onder het Stasi bewind levende protestzanger Wolf Bierman zou hiermee uit de voeten hebben gekund, die in zijn liederen de moraal vertolkte waarvan hij over zijn nek ging.

Het is maar een gedachte. Het raadsel van Mohamed Rasoel blijft onopgelost, misschien is het Piet Grijs geweest die het schreef, om zijn geweten te sussen.



Kleding

Literatuur Posted on Thu, March 30, 2017 16:49:31

HOOFDDOEK

 

Zag gisteren bij Pauw op de teevee een vrouw met een hoofddoek. Op gevaar af hiermee aanstoot te geven wil ik kwijt mij hier zorgen over te maken. Ik weet dat politici ons willen dwingen dat normaal te vinden, maar bij mij kan het er niet in. Die vrouw had een hoofddoek zo strak om haar hoofd gebonden dat ze er wel in kon smoren. Ze zat naast een professor die ging over de veiligheid en die zei dat er veel meer radicale jongeren waren dan we dachten. Die vrouw was een soort sociaal werkster binnen de moslimgemeenschap en probeerde jongeren daar te behoeden voor verkeerde gedachten. Men zegt wel en dat zei die mevrouw met die hoofddoek ook dat radicalisering niets met de islam te maken heeft en dat ook vele moslims het slachtoffer zijn. Ik ervaar dat toch als een belemmering van de vrije gedachte want radicalisering komt eigenlijk alleen onder moslims voor. Radicalisering, moordzucht tegenover andersdenkenden is het resultaat van een aantal omstandigheden. Allereerst het geloof zelf dat zoiets moet rechtvaardigen. Dat doet de koran ook al willen geletterde moslims daar over heen lezen. Verder de aanwezigheid van machtswellustelingen die aan hun genot komen door te onderdrukken en in het zich gekleineerd voelen het middel zien tot het oproepen van wraak tegenover critici. Verder het analfabetisme, de ongeletterdheid, de slaafse navolging door het onvermogen te kunnen oordelen.

Waarom droeg die vrouw bij Pauw, die toch zou moeten kunnen oordelen, die afschuwelijke hoofddoek? Ik breek me daar het hoofd over. Ze wordt daartoe gedwongen of ze wil het zelf. Als ze het zelf wil weet ze dat het in ons land aanstoot geeft. Ik kan me niet voorstellen dat die hoofddoek gedragen werd om zich tegen de kou te beschermen. Integendeel, in die warme omgeving van dat praatprogramma moest die hoofddoek toch al gauw verstikkend worden. Dat het met zo’n hoofddoek niet prettig zit leren ook onze koninginnen die in het Midden Oosten met zo’n ding op lopen terwijl ze dat hier wel nalaten.

Ik dacht toen als die mevrouw het zelf wil en het heeft geen nut, dan is het om te laten zien hoe je je behoort te kleden. Sociale dwang dus. Men kan tegenwerpen dat het onschuldig was, zoiets als klederdracht of een clubuniform. Toch werd mijn ongerustheid er niet minder door want het gezegde ’s lands wijs ’s lands eer gold bij ons niet meer. Tot ik op een bevrijdende gedachte kwam. Misschien was zij undercover.



Verkiezingen

Politiek Posted on Thu, March 09, 2017 16:23:08

ALLEMAAL VAN HETZELFDE

Gisteren was het weer aandacht voor de verkiezingen op de teevee. Wat mij opviel was dat de politici van links naar rechts en andersom het allemaal steeds over hetzelfde hadden, de zorg, het pensioen, de werkgelegenheid, de bonussen, het milieu en het racisme. Maar waar het werkelijk om gaat komt in de politiek nooit aan bod. Dat is de religie als ondermijnende factor van de democratie en de ongebreidelde consumptiedrift van de mens waar de planeet aan ten onder gaat.

Bij Jesse Klaver zag ik ook geen aanzet tot beheersing van de consumptie, dus dat groene lijkt een wassen neus. Hij wil een milieubelasting waardoor autorijden duurder wordt en geeft dat terug aan de werkenden. Gaan die dan minder autorijden? Jesse Klaver spiegelde zich aan Kennedy om diens mediamieke uitstraling. Maar los van de glamour die om deze president hangt moet helaas vastgesteld worden dat hij juist door zijn naïviteit Chroestjev wist te verleiden tot het Cuba avontuur en achteraf niet de geweldige staatsman is gebleken waarvoor hij moet doorgaan. Bij het optreden van Jesse Klaver moest ik denken aan een ongeleid projectiel waarvan mijn grootmoeder kon zeggen ‘hardlopers zijn doodlopers’. Dus Klaver, oppassen in het verkeer!

Er was wederom veel aandacht voor de zogenaamde achterstelling van vrouwen. Dat is een verkeerde aandacht. We weten inmiddels dat vrouwen de kar niet willen trekken omdat het niet leuk is. Het gaat dus niet om achterstelling maar om gebrek aan verantwoordelijkheid.

Sharon Dijksma snapte niet waarom de kiezers geen waardering kunnen hebben voor het kabinetsbeleid dat de financiën weer op poten heeft gekregen. Snapt zij nou werkelijk niet dat als je maar rijk genoeg bent er heel andere zorgen zijn? Namelijk dat die rijkdom je wordt afgepakt. Die rijkdom is natuurlijk de Nederlandse identiteit, maar dat moeten we Sharon Dijksma nog maar eens uitleggen. Wat ik van Sharon Dijksma ook niet snapte was dat er op de zorg niet bezuinigd hoeft te worden omdat het zo goed gaat in Nederland. Maar dan kunnen de mensen het toch gewoon zelf betalen?

Marianne Thieme kwam in het nauw door een heel boze >mevrouw die op haar had gestemd vanwege de dieren en nu bleek Thieme tegen de antikraak wetgeving. Mevrouw Thieme kan zich beter niet begeven op haar onbekend terrein. Kraken is een vorm van eigenrichting dat haaks staat op onze rechtsstaat en leidt tot ontwrichting van de samenleving. Misstanden zullen op een andere manier opgelost moeten worden, bijvoorbeeld door het leerstuk misbruik van recht.

Dat was het weer even. Gelukkig heeft Wilders voor vanavond op de teevee afgezegd. Eindelijk rust!



Democratie

Politiek Posted on Wed, March 08, 2017 16:29:45

POLITIEK EN GELOOF

 

In de aanloop naar de verkiezingen valt op de teevee veel te beleven. In Pauw en Jinek wist Jeroen Pauw te melden dat de PvdA vroeger de Partij voor de Arabieren of de Partij voor de Allochtonen was, maar dat die aanhang zich nu afwendt omdat de partij niet voor hun cultuur en religie zou opkomen. Het legt iets bloot van de beginselen van een partij die ooit is ontstaan uit een beweging die weinig ophad met religie, omdat het opium voor het volk was. Die beginselen hadden dus plaats gemaakt voor een ander beginsel ‘het doel heiligt de middelen’ en dat was de greep naar de macht. Dat zoiets verkeerd uitpakt is natuurlijk sneu. Maar heeft Nederland iets op met een partij die naar believen z’n jasje omdraait?

Ik zag ook Nieuwsuur waar de voorman Gert-Jan Segers van de Christen Unie te zien was. Hij was eerder zendeling in Egypte en erkende dat de islam de menselijke vrijheid geweld aandoet. In islamitische landen is het niet toegestaan te kiezen voor een ander geloof. Als christen keurde hij om die reden de islam af, maar vond als politicus dat de islam een godsdienst was die in Nederland viel onder het grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid.

In de koude oorlog bestond ook een dergelijk dilemma. Moest het communisme dat strijdig was met de democratie verboden worden of mocht het delen in de vrijheden van die democratie? Voor de islam geldt hetzelfde. De islam erkent geen democratie en is waar het kan een politieke beweging die diep ingrijpt in het privéleven van de burger op het gebied van familierecht, seksualiteit en voortplanting, maar schuwt ook andere vrijheidsberovende maatregelen niet al naar gelang het de machthebber uitkomt, die zich voor de rechtvaardiging daarvan beroept op de onzichtbare die hij zegt te vertegenwoordigen.

Het communisme werd gedoogd in Nederland. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Van belang daarbij is dat de oorspronkelijk communistische leer van Karl Marx niet in beginsel antidemocratisch was. Het ging ervan uit dat de bovenlaag zou instorten door de werking van de economie en niet door druk van boven- of onderaf. Ook in Rusland, waar na de in 1905 verloren oorlog tegen Japan het fiasco van het tsaristische bewind zich aftekende en de sovjets, raden van allerlei belangengroeperingen, ontstonden, in 1914 de Tsaar aftrad en Kerensky minister president van de antitsaristische regering werd, was het communisme niet antidemocratisch. Het wilde uit pragmatische overwegingen samenwerken met andere burgerlijke bourgeois partijen. Alleen de bolsjewistische splinterpartij was het daar niet mee eens en kon de macht grijpen omdat het als enige partij zich al vanaf 1905 minutieus onder leiding van Lenin en in mindere mate Trotsky had voorbereid op een staatsgreep en de burgeroorlog die zou volgen.

Het dilemma met het communisme en dat met de islam lijken op elkaar. Toch zijn er verschillen. Het communisme moest in Nederland zijn weg vinden onder geboren en getogen Nederlanders, opgegroeid in een Nederlandse traditie met herinnering aan aloude Nederlandse gebruiken. Dat is met de islam volstrekt anders. Dat is geen geloofsrichting die de harten van Nederlanders heeft kunnen beroeren omdat het een alternatief zou bieden voor een ander bestel. Integendeel, de islam bestaat in Nederland uitsluitend en alleen door de import van allochtone analfabeten. Het verschil in risico lijkt mij hiermee verklaard.

 



Onvrede

Filosofie Posted on Tue, March 07, 2017 14:57:18

WELVAART

 

We volgen de politiek en zagen gisteren op de teevee minister president Mark Rutte met razende Groningers die zich letterlijk de grond onder de voeten zien wegvallen. Die razernij over wegzakkende grond snapte iedereen, maar niet waarom iedereen in Nederland zo boos is op de politiek. De premier probeerde tegengas te geven met de verklaring dat het juist zo goed gaat in Nederland en er banen te over zijn. Jan Marijnissen probeerde het ongenoegen te verklaren door de bezuinigingen in de zorg en een economiemevrouw door de bezuiniging op de bijslag. Het was een dilemma waar men niet uit kwam.

Ik denk dat ik het wel weet. Het is de welvaart en niet de armoede die ongelukkig maakt. Armoede dwingt de mens tot wilskracht en welvaart sloopt het. Zeker zo’n zestig jaar geleden zag ik als kleine jongen in de bioscoop een korte Franse voorfilm. Je zag een jongetje alleen spelen op het erf van een boerderij. Toen hij de deel binnenging zag hij daar een vriendelijke grijsaard die hem welwillend aanzag. Het jongetje vroeg: “Qui ȇtes vous?” De grijsaard antwoordde: « Je suis le Bon Dieu » . Het jongetje verwonderd: « Vous ȇtes le Bon Dieu?” En meer opgewonden: « Est ce que vous pouvez guérir grand père qui est dans la chaise roulante? ». De grijsaard: « Mais oui, bien sûr, naturellement, je suis le Bon Dieu. » Het jongetje: « Viens avec moi. » En het jongetje trok de grijsaard mee naar de huiskamer waar opa in een rolstoel zat te dommelen. De grijsaard stapte op hem en zei: “Alors marchez, vous pouvez marcher maintenant.” En gooide hem de rolstoel uit waarna opa het verschrikt op een lopen zette. Het jongetje had alles stomverbaasd gadeslagen, rende naar buiten en gilde in het rond: “Maman, Papa!! Le Bon Dieu est venu, il a guéri grandpère!!” Verschrikt kwamen de ouders aangerend en gingen het huis binnen, waar opa weer in de rolstoel zat maar de grijsaard in geen velden of wegen was te bekennen. De laatste scène van de film was waar buiten twee verplegers de weerspannige grijsaard een ambulance induwden.

De herinnering aan die korte film kon niet toevallig zijn opgekomen. Het was niet alleen de vergelijking met de wonderen die Jezus verrichtte, de opstanding van Lazarus, de verlossing van het boze, maar natuurlijk ook het wonder dat het jongetje beleefde en opa die het anders zag. Ik sprak ooit met iemand die in een verzorgingshuis een op krachten komende patiënt had bezocht en van mening was dat veruit de meesten daar in een rolstoel gewoon konden lopen.

Wie kunnen er met de welvaart omgaan, zodat het zich niet tegen je keert, door verlies aan zelfbeheersing, zelfredzaamheid en klagen een aangenaam tijdverdrijf is geworden?



Woorden

Filosofie Posted on Wed, March 01, 2017 16:28:03

LOSLIPPIGHEID

Ogenschijnlijk nietszeggende woorden kunnen de spreker verraden. Zo herinner ik mij een raadsheer die de in de zittingszaal aanwezige partijen monsterde en na raadpleging van het dossier lichtelijk ontdaan vroeg of zij in waren voor een schikking. Nadat zoiets door één van hen verontwaardigd van de hand was gewezen mompelde hij: ‘ik heb mijn best gedaan.’ Daarop zei hij met een grafstem: ‘ik heb alles gelezen’ en bepaalde een datum voor het arrest. Toen ik van de beslissing vernam drong het nog niet tot mij door. Pas nadat ik bekomen was van de uitslag, de raadsheer had de partij die niet wilde schikken genadeloos het ongelijk gegeven, kwam het heldere licht. Op de zitting had raadsheer twee zaken duidelijk gemaakt. Dat hij alles had gelezen was uitzonderlijk geweest en verder dat hij zoiets verschrikkelijks niet eerder was tegengekomen.

Ik herinner mij dat nu weer na het kijken naar de teevee gisteren waar de politicus Alexander Pechtold van D’66 zich uitliet over het multiculturele drama. Dat uitlaten hield in dat hij het anders zag. Zijn woorden waren een demonstratie van spreekkunst in de overtuiging dat iemand die zo kan spreken wel geloofd moet worden. Helaas versprak hij zich en vermelde terloops dat hij als politicus natuurlijk al in het begin van de jaren negentig wist van de onevenredig hoge criminaliteitscijfers van allochtone jongeren. Maar het moest duidelijk zijn dat je zoiets niet aan de grote klok kon hangen. Een goed verstaander begrijpt, deze politicus is naïef, dan wel heeft een dubbele agenda.

Ook de politicus Emile Roemer doet van zich spreken. Zo laat hij zich zien als een volleerd bokser slaande tegen een boksbal en hanteert de verkiezingsslogan ‘Pak de Macht’. Terwijl de politicus Alexander Pechtold zich opwerpt als minister president voor alle Nederlanders laat Emile Roemer alvast weten dat wat hem betreft velen door het stof zullen moeten.

Het optreden van de voorman van Denk, de van de Partij van de Arbeid afgesplitste partij, is ook opmerkelijk. Deze voorman wiens naam niet zo gemakkelijk in de Nederlandse spelling is uit te drukken en die ik gemakshalve maar ‘de Turk’ noem (voor hen die dit diffamerend vinden, Raymond Westerling werd ook zo genoemd), wist te melden dat beloftes van Kamerleden gedaan in de moskee in het parlement niet waren nagekomen. Wat deze Turk betreft wordt dus de volksvertegenwoordiging in de moskee voorgekookt. Hij leek overtuigd dat alle Nederlanders hier begrip voor hadden. In de psychiatrie staan dit soort verschijnselen ook bekend als ‘wanen’.

Tot slot een kleine anekdote over de nestor van de partij D’66 die het politieke bestel wilde opblazen, Jan Terlouw. Wat hij van de monarchie vond? Het strookte natuurlijk niet met het partijprogram, maar ja het ging eigenlijk best goed. Zo zie je maar hoe je in dit vrijgevochten land snel weer een lakei kunt worden.



Gratie

Recht Posted on Mon, January 09, 2017 16:36:23

Jacqueline Sauvage

In Frankrijk is Jacqueline Sauvage wegens moord op haar man Norbert Marot, die zij op 10 september 2012 met een jachtgeweer in de rug had geschoten, tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, zowel in eerste instantie als ook in hoger beroep. Evenwel op 28 januari 2016 heeft François Hollande haar gratie verleend en is zij onmiddellijk in vrijheid gesteld. Haar zaak had in Frankrijk veel media aandacht gekregen, met name van vrouwenbewegingen die streden tegen la violence conjugale, het huiselijk geweld door mannen. Bekende figuren als de actrices Eva Darlan en Anny Duperey, de vrouwelijke burgemeester van Parijs Anne Hidalgo, de politici Daniel Cohn-Bendit en Jean-Luc Melanchon ondersteunden het verzoek om gratie. Volgens haar eigen zeggen had Jacqueline Sauvage meer dan 20 jaar geleden onder de tirannie van haar echtgenoot. Na haar vrijlating verscheen Jacqueline Sauvage op de tv vergezeld van haar beide advocaten om haar verhaal te doen in het avondjournaal. Deze 70-jarige vrouw zag er vooral opgelucht, zelfs wat opgeruimd uit, zeker niet uit als een vrouw die zolang onder huiselijk geweld had geleden.

Tot mijn aanvankelijke verbazing zette mijn gesprekspartner grote vraagtekens bij deze gratieverlening. Toch begreep ik wat ze bedoelde. Die vrouw had haar man in de rug geschoten, kennelijk op een onverdacht moment, in koelen bloede. Die meer dan 20 jarige mishandeling was geen rechtvaardiging. Zij had bij haar man weg kunnen gaan, steun zoeken bij hulpverleners. Als haar daad gerechtvaardigd zou worden liepen de levens van veel mannen gevaar. Zo moesten ook de rechtbank en in hoger beroep het gerechtshof geoordeeld hebben. Maar was het niet zo dat een vrouw die leeft onder de terreur van een man het idee krijgt zolang hij leeft is mijn leven niet zeker? Kortom moord als légitime défense, gerechtvaardigde verdediging. Waar kan zo’n vrouw heen met haar kinderen? Justitie kan de man straffen en een enkelband laten dragen. Maar tegen vastbesloten types die zich zo hun speelgoed ontnomen zien is weinig kruid gewassen. Zo moeten ongeveer de bekende figuren die de media aandacht ontketenden en 340 000 handtekeningen voor haar vrijlating wisten te verzamelen erover gedacht hebben.

Norbert Malot was zeker volgens getuigen een man met woedeuitbarstingen, rap met beledigingen en geneigd tot geweld, ook bang voor de justitie. Maar ook Jacqueline Sauvage schuwde het geweld niet. Getuigenissen meldden dat zij aan een man een oorvijg had uitgedeeld en dat zij het liefje, de maitresse van haar man destijds, opjoeg met een jachtgeweer naar het stadhuis. Het gevangenispersoneel beoordeelde haar als gemeen, méchant, en autoritair. Volgens de openbare aanklager was zij een vrouw met karakter, intelligent, een vrouw die altijd in het transportbedrijf van haar man gewerkt had, ze kon haar woordje doen, zich wreken op het liefje van haar man, haar buurvrouw beledigen en ze gaf er blijk van in staat te zijn tot geweld. Het medisch onderzoek had niets laten zien van mishandelingen die zij beweerde te hebben geleden. Ook de buren hadden nooit mishandelingen bij de vrouw opgemerkt. De dochters ondersteunden het verhaal van hun moeder, maar hun constateringen werden niet gestaafd met feiten. Verschillende getuigen, waaronder de broer van Jacqueline Sauvage, bevestigden dat zij nimmer de beweerde mishandelingen door Norbert Malot hadden gezien. Op 10 september 2012, de dag van de moord, hadden Jacqueline Sauvage en haar man ’s ochtends onenigheid over hun transportbedrijf. Om 13.30 uur zou ze zijn gaan slapen. Om 16.00 zou ze plotseling gewekt zijn door haar man om eten te maken. Hij zou haar toen hebben bedreigd, geslagen en een ketting van haar hebben afgerukt. Behalve een snee op haar lip kon het medisch rapport geen andere sporen van geweld op haar lichaam aantreffen. Voor de geplande middagslaap van vijf uur zou ze medicijnen hebben ingenomen. Echter het medisch onderzoek trof geen sporen van medicijngebruik aan. In het huis van bewaring had ze verklaard naar beneden te zijn gegaan om patronen voor haar geweer te halen. Voor de rechtbank verklaarde ze de patronen uit haar zakken te hebben gehaald, overgebleven van een jachtpartij. Zij zou om 16.00 uur de schoten hebben gelost, dus kennelijk vrijwel direct nadat ze door haar man gewekt was. Echter de schoten waren door de buren gehoord om 19.20 uur. Bovendien verklaarde een buurvrouw Norbert Malot die middag nog om 17.30 te hebben gezien. Jacqueline Sauvage beweerde de drie schoten gelost te hebben met de ogen dicht, wat vreemd is voor een ervaren jaagster, welke zij was.

De behandeling in de media en de gratieverlening door François Hollande hebben de woede gewekt van advocaten, magistraten en rechtsfilosofen. De advocaat Régis de Castelnau hekelt de cultus van ‘onschuldige schuldigen’ georkestreerd door de media, als de kippen erbij om justitiële beslissingen te bestrijden zonder de moeite te nemen de juridische dossiers te lezen. Hij beschouwt de gratieverlening als een belediging van de onafhankelijke rechtspraak. De advocate Florence Rault, gespecialiseerd in zaken van sexueel misbruik van minderjarigen, wijst eveneens de media behandeling af met het oogmerk het feminisme te steunen dat zich ziet als slachtoffer en zo bevestigd te krijgen de onmogelijkheid van geweld door vrouwen. Zij wijst op de afwezigheid van een medisch rapport dat de beweerde mishandelingen aantoont. Zij verbaast zich over de aantijgingen van de drie dochters over het sexueel misbruik door hun vader, die ze waren vergeten maar zich na dertig jaar plotseling weer haarscherp kunnen herinneren. De magistraat Philippe Bilger noemt het onbegrijpelijk dat tijdens de 47 jaar van mishandeling er nimmer een reactie van Jacqueline Sauvage is gekomen. De filosoof Robert Redeker bestempelt de gratieverlening als een belediging van de democratie ingegeven door een ideologie van slachtofferschap. De filosoof Michel Onffray zet eveneens grote vraagtekens bij de gratieverlening, die justitiële beslisssingen terzijde schuiven, wat de weg opent naar een recht op zelfverdediging om naar eigen believen geschillen te vereffenen. De vereniging van de magistratuur toont zich verontwaardigd over de gratie, in weerwil van een dubbele veroordeling, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Volgens de secretaris generaal Marie-Jane Ody wordt door de gratieverlening al het juridische werk uitgegumd. President Hollande had eerder een gedeeltelijke gratie verleend door een voorwaardelijke invrijheidstelling op gezag van de rechterlijke macht mogelijk te maken, welk verzoek daartoe door de rechter werd geweigerd. Marie-Jane Ody verzucht: ‘Alle dagen van het proces zijn naar de prullebak gegooid door een lid van de uitvoerende macht, die ingrijpt na slechts een comité van ondersteuning te hebben gehoord’. Zij pleit voor het schrappen van deze mogelijkheid van presidentiële gratieverlening, een overblijfsel uit het royalistische tijdperk, onverenigbaar met de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Wat heeft president Hollande bewogen tot deze beslissing, welke inderdaad na kennisneming van de details strijdt met de wezenselementen van een behoorlijke rechtspleging? De feiten spreken in het nadeel van Jacqueline Sauvage. Haar zaak is niet te vergelijken met die van Alexandra Lange, die haar man doodstak terwijl hij bezig was haar te wurgen en Alexandra Lange werd vrijgesproken wegens légitime défense, het recht op zelfverdediging. De ondersteuning die Jacqueline Sauvage kreeg baseerde zich in haar geval op dat recht op zelfverdediging. Maar zij schoot haar man met drie kogels in de rug die ze beneden was gaan halen volgens haar verklaring in het huis van bewaring, maar die vanwege een vorige jachtpartij nog in haar zak zaten volgens haar verklaring tijdens het proces. Een presidentiële gratieverlening lijkt tot de gerechtvaardigde mogelijkheden te behoren na een juridische blunder, zoals in het geval van Massimo Carlotto in Italië.

In 1976 ontdekt Carlotto het levenloze lichaam van een jonge vrouw. Voordat hij het weet, wordt hij gepromoveerd van getuige tot verdachte en moordenaar. Dat Carlotto lid is van een extreem-linkse groepering is reden genoeg om hem maar meteen schuldig te verklaren. Na een eerste veroordeling weet Carlotto het land te ontvluchten, eerst naar Parijs, en later naar Mexico. Wanneer hij besluit zijn vluchtelingenstatuut om te zetten in een vast verblijf, zij het onder een valse naam, wordt hij verraden door zijn advocaat en het land uitgezet. Ironisch genoeg komt Carlotto, terug in Italië, tot de vaststelling dat niemand naar hem op zoek is. Pas na dertien dagen wordt ergens een aanhoudingsbevel uit een lade opgedoken, en verdwijnt Carlotto terug achter de tralies. Er volgen zeven jaren van rechtszaken, brute pech en juridische blunders, alvorens Carlotto gratie wordt verleend door president Scalfaro.

In het geval van Jacqueline Sauvage lijkt daar geen sprake van te zijn. De ondersteuning van Jacqueline Sauvage berust op stemmingmakerij. François Hollande moet zich daarvan bewust zijn geweest. Anders is hij geen knip voor de neus waard. Er moeten andere overwegingen zijn geweest. Zal hij gedacht hebben de geschiedenis te kunnen ingaan als François le Juste, Frans de Rechtvaardige, na een mislukt presidentschap? Of heeft hij zich echt laten overmannen door weeklagende vrouwen, geen raad wetende met hun lotsbestemming? Helaas voor François Hollande ben ik bang dat zijn grootse gebaar gevoegd moet worden bij die andere die hem steeds verder hebben doen wegdrijven van het beeld dat hij het aantreden van zijn presidentschap voor ogen had, gelet op de woorden van destijds. Of wist hij toen ook al dat zoiets onhaalbaar was, maar hij het sprookje nog wel vijf jaar lang voor zich kon blijven uitschuiven?



John le Carré

Literatuur Posted on Tue, November 29, 2016 12:20:19

The Naive and Sentimental Lover door John le Carré

Van een vriend kreeg ik het boek dat hierboven als titel vermeld staat. Hij zag daarin overeenkomsten met mijn eigen romans, althans wat betreft het begin. John le Carré, pseudoniem van David Cornwell, beschouwde het als zijn beste boek, terwijl het veel minder succes had dan sommige van zijn andere boeken, waarvan de bekendste zijn The Spy Who came in from the Cold, Tinker Tailor Soldier Spy en Smiley’s People. John le Carré werkte vijf jaar in de Britse diplomatieke dienst, gedurende welke hij de boeken Call for the Dead, A Murder of Quality en The Spy Who came in from the Cold schreef.

Het boek The Naive and Sentimental Lover gaat niet over spionnage, zoals zijn andere boeken. Het gaat over Aldo Cassidy, een geslaagde zakenman, die fortuin heeft gemaakt met kinderwagens voorzien van een veiligheidsrem. Zijn vader, Old Hugo, een flamboyante, zijn zoon altijd nog belerende figuur, probeerde het met het uitbaten van hotels, met meer en minder succes, zoals uit het verhaal op te maken valt. Aldo Cassidy is getrouwd met Sandra, heeft met haar twee zoons Mark en Hugo, is met zijn achtendertig jaar de beminnelijke leider van zijn kinderwagenimperium, wiens woorden alleen thuis verkeerd kunnen vallen. Zodoende verzwijgt hij voor zijn echtgenote, met wie hij een plichtmatige verhouding heeft gekregen, uitstapjes gedreven door een heimelijke wens. Het boek begint met de mededeling aan zijn vrouw dat hij naar Bristol moet voor zoiets als stadsplanning, voorgevende locale politieke aspiraties te hebben. Zijn vrouw kan niet mee volgens Aldo, zij drijft immers haar kliniek, kennelijk uit liefdadigheid. In werkelijkheid bezichtigt Cassidy een manor house genaamd Haverdown, een vervallen buiten dat zijn romantische verlangens heeft gewekt. Daar ontmoet hij een duister echtpaar, Shamus en zijn bloedmooie vrouw Helen, die het kasteeltje hebben gekraakt. Shamus, een soort David Bowie achtige figuur, is een schrijver die na een writers block bij zijn uitgever Dale in ongenade moet zijn gevallen. Shamus moet in de steenrijke Cassidy zijn verlosser zien. Cassidy raakt in de ban van Shamus die hem de ogen opent en met zijn magie hem verlost van de many too many, ofwel in goed Nederlands ‘het klootjesvolk’. Shamus is de getormenteerde, gekwelde kunstenaar zoals de eenvoudige man die uit overleveringen meent te herkennen, voor wie het leven te benauwd is, zich van wet of moraal niets hoeft aan te trekken en zo ontzag afdwingt bij hem die altijd in het keurslijf heeft moeten lopen. Zo eigent Shamus zich Aldo Cassidy toe als zijn beschermheer, die zich moet voegen naar de grillen van de grote kunstenaar, de ziener, alles onder het blazoen van de grote liefde voor elkaar. Het kan niet anders dan dat zoiets uit de hand loopt. Want met de inzet van Helen als de begeerlijke vrouw, die Aldo Cassidy zijn echtgenote Sandra, the bosscow, moet doen vergeten, overspeelt Shamus zijn hand door Helen aan Cassidy uit te huwelijken.

In dit groteske verhaal, waarin Aldo Cassidy onder de bekoring, de magie van Shamus raakt, hij zich laat vernederen als kasstijding voor zijn zakelijke succes, spelen Wahrheit und Dichtung zich afwisselend af. Waarom John le Carré dit zijn beste boek vond lijkt voer voor psychologen. Groten als Nietsche, Klopstock en andere namen uit de Duitse literatuurgeschiedenis worden als Spielerei ten tonele gevoerd, waarmee het nihilisme van Shamus geduid zou moeten worden, die met zijn bizarre gedrag zijn leegheid moet verbloemen.

In de Latijnse cultuur zou een dergelijke ontwikkeling moeten uitlopen op een noodlottig drama, zoals bijvoorbeeld in de Franse film La femme d’à côté. Zelf bij het lezen van het boek dacht ik aan een afloop à la Harold Pinter, die een meester was in het verbeelden van de verborgen drijfveren in de mens. Het lijkt erop of John le Carré dat uit de weg is gegaan. Alsof hij is teruggedeinsd voor iets dat voor de hand lag. Vreemd genoeg krijgt het slot daardoor iets onbevredigends. Na zoveel onzinnig, grotesk gedrag lijkt een terugkeer naar een zekere rede niet voor de hand te liggen.

Het blijft de vraag wat John le Carré met het boek heeft willen uitbeelden. Wellicht de vraag naar de zin van het leven, die de burgerman minder te zeggen heeft, maar de gemankeerde kunstenaar zoveel te meer.



« PreviousNext »