Blog Image

Celeste Lupus

Over dit weblog

Celeste Lupus schrijft over: literatuur, politiek, filosofie, recht, economie en wetenschap.

Immigratie

Politiek Posted on Sun, November 20, 2016 15:00:16

Boekbespreking ‘De piramide van Pinto’, 2016 Uitgeverij Aspekt Soesterberg

Prof. dr. David Pinto, geboren in Marokko, directeur van het Intercultureel Instituut (ICI) heeft over het immigratievraagstuk een belangwekkend boek geschreven, ‘De piramide van Pinto’ (2016 uitgeverij Aspekt Soesterberg). Hij behandelt hierin een veelheid van problemen voortkomende uit de cultuurverschillen. Soms zijn die te overbruggen soms niet. Daarvoor ontwikkelt hij de drie stappen methode. Eerst dient men de verborgen leidraad in de eigen cultuur te voorschijn te halen, te onderkennen, vervolgens kennis te nemen van de andere cultuur en als stap drie de immigrant voor te houden waar hij aan toe is en waarvoor hij kan kiezen, zich onderwerpen aan de westerse moraal, of vertrekken. Pinto geeft met een veelheid van voorbeelden aan dat de islamitische cultuur onverenigbaar is met die van de liberale westerse samenleving. Integratie zoals dat door politici wordt beoogd berust op een misvatting, het verhindert een vreedzame samenleving en leidt slechts tot geweld. De moslim kent geen vrije wil, als hij op zijn verantwoordelijkheid wordt aangesproken verschuilt hij zich in de groep en laat het groepsbelang prevaleren. Pinto ontrafelt genadeloos de verkeerde invalshoek waarmee de overheid de integratie hoopt te bewerkstelligen. Deze berust op een verkeerde beoordeling van de andere cultuur en benadert die vanuit verworven inzichten zoals die in het westen na een eeuwenlange ontwikkeling gemeengoed zijn geworden, maar die voor een moslim onbegrijpelijk zullen blijven. Zijn conclusie is dat integratie onmogelijk is, in die zin dat de allochtone moslim nimmer uit vrije wil het westerse gedachtengoed zal aanvaarden. Nederlandse normen en waarden worden geweld aangedaan zonder dat de immigrant inziet wat hij zijn gastheer aandoet. Op deze wijze vormen immigranten een levensgroot gevaar, omdat de tolerantie dan wel van de politici komt, maar niet van de allochtoon en uiteindelijk ook niet van de autochtone locale Nederlandse bevolking die met de ellende geconfronteerd wordt. De politici onderkennen dit gevaar niet, aldus Pinto. Pinto ziet maar één oplossing. Immigranten zullen op een radicaal andere wijze benaderd moeten worden. En wel volgens de driestappen methode. De immigratieambtenaar zal voldoende kennis moeten bezitten van de moslimcultuur, met name zal hij zich bewust moeten zijn dat een moslim ja en amen zal zeggen op wat hij hem voorhoudt, maar dat zoiets alleen bedoeld is om hem niet voor het hoofd te stoten en zeker niet dat de moslim aanvaardt wat hij zegt. De immigratieambtenaar zal de moslim duidelijk moeten maken dat hij weet dat hij op die manier wordt voorgelogen, om de tuin geleid wordt. De moslim moet duidelijk gemaakt worden dat zoiets hier anders opgevat wordt, zoiets hier niet is toegestaan, hij hier niet toegelaten wordt. Omdat van een moslim niet verwacht kan worden dat hij zal integreren, zijn ogenschijnlijke bereidheid daartoe heeft geen waarde omdat zijn eigen cultuur hem dat verbiedt en toestaat op dit punt te liegen, zal hem duidelijk gemaakt moeten worden dat hij zich zal moeten onderwerpen. De westerse verdraagzaamheid geldt niet tegenover onverdraagzame culturen als de zijne. Wil hij wel toegelaten worden zal hij duidelijke antwoorden moeten geven. De vragen die hij krijgt zullen rechtstreeks betrekking moeten hebben op zijn persoonlijke situatie. De vragen zullen erop gericht moeten zijn te achterhalen of de immigrant voor– of tegenstander is van bijvoorbeeld eerwraak en dergelijke met de westerse waarden botsende zeden en gewoonten. Als daar geen betrouwbaar antwoord op wordt gekregen zal dat moeten leiden tot afwijzing.

Volgens de driestappen methode van Pinto wordt zodoende de vreemde immigrant tot het inzicht gebracht dat hij een keuze moet maken, vóór Nederland of tegen Nederland. De islam is niet vredelievend, kent geen mededogen met ongelovigen. Een ogenschijnlijk vredelievend optreden tegenover rabbijnen, priesters of dominees, zoals dat in grote westerse steden voorkomt, is bedrieglijk. Het is het verbloemen van het werkelijke doel, een wereldse islamitische overheersing. Tot behoud van het Nederlandse cultuurgoed, het voorkomen van aanslagen en ook het recht in eigen hand nemen dient de immigratie te worden beperkt, salafistische moskeeën te worden gesloten en haatimans geweerd.

Ik parafraseer hiermee het boek en de methode Pinto, maar als ik het goed heb begrepen komt het daar op neer.

Mijn eigen commentaar op het boek is het volgende.

Op bladzij 45 schrijft Pinto: “Verklaar desnoods iedere discussie over religie in dit verband taboe, behoudens in het kader van wetenschap (theologie, filosofie, godsdienststudies)”. Persoonlijk ben ik pessimistischer over de religie als zodanig. Westerse religies mogen tegenwoordig verdraagzaam lijken, vroeger waren zij dat zeker niet. Zie wat dit betreft mijn opstel ‘Godsdienst als grondrecht’ geplaatst op deze weblog op 23 november 2014.

Op de bladzijden 66 en 67 heeft Pinto het over een rangorde van normen en waarden en stelt vast dat rechtvaardigheid vast en zeker belangrijker is dan discretie en betrouwbaarheid waarschijnlijk van meer belang dan openheid. Als we het hebben over westerse waarden mis ik hierin de elementen beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen als onderdelen van beschaving. Beheersing in machtsvertoon, maar ook kleinschaliger in de zin van een gezond leven leiden, de plicht het beste uit jezelf te halen.

En hier stuit ik op de zwakte in de westerse samenleving. Want niet alleen is de sociale welvaartsstaat, hoe aantrekkelijk die ook moge lijken, in wezen de oorzaak van het immigrantenprobleem, deze door mij aangehaalde westerse waarden zijn in de sociale welvaartsstaat haast loze woorden geworden. Als advocaat behandelde ik ooit een zaak van een scheepstimmerman op wiens gereedschap door de sociale dienst beslag was gelegd, in strijd met het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat voorzag in een beslagverbod op werktuigen van de ambachtsman. Dat wetsartikel uit de eerste helft van de negentiende eeuw had als ratio dat de ambachtsman door het beslag niet van zijn broodwinning beroofd mocht worden. De sociale dienst betoogde dat het wetsartikel achterhaald, uit de tijd was omdat er nu sociale voorzieningen waren. Als advocaat betoogde ik dat het wetsartikel wel degelijk ook voor de huidige tijd voorzag in de bescherming van de ambachtsman, die niet beroofd mocht worden van de middelen om zijn vaardigheden op peil te houden. In hoger beroep kon ik het gerechtshof voor deze gedachte winnen en won de zaak. Ik kom op deze kwestie omdat hiermee ook de zwakte van de sociale welvaartsstaat wordt bloot gelegd. De mensen worden als kasplanten die zodra de ruiten breken niet overleven. Om terug te komen op beide vermelde beschavingselementen zoals ik die zie, beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen, in de sociale welvaartsstaat zijn dat haast loze woorden geworden. De leus ‘ieder mens is uniek’ leidde tot een vrijbrief er maar op los te leven. Alle nadruk werd gelegd op het (stem) recht, niet op de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, niet op het feit dat het toekennen van een recht uiteindelijk altijd ten koste van iemand anders gaat, al blijft die voorlopig onzichtbaar. Zoals gezegd, in wezen is het immigrantenvraagstuk terug te voeren op de sociale welvaartsstaat. In de jaren 1950 niet lang na de oorlog ontstond er officieel werkloosheid. Maar de fabrieken konden geen arbeiders krijgen. Van de ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet werd massaal misbruik gemaakt. De westerse waarden die nu beschermd moeten worden tegenover de binnendringende immigranten hebben nimmer geleefd bij de gewone Nederlander. Techniek en discipline die de welvaartsstaat mogelijk hebben gemaakt zijn het resultaat geweest van de inspanningen van een kleine elite die het beste voor had met de eenvoudige man. De leerplicht is ingevoerd omstreeks 1900 en heeft heel lang gegolden tot de leeftijd van 14 jaar. Van de omslag van het middeleeuwse feodale denken naar de grondslagen van Montesquieu heeft de eenvoudige Nederlander geen weet. Deze leeft in de sfeer van televisieprogramma’s als Big Brother en dergelijke. Rijkdom wordt in Nederlandse ogen gezien als bedrog (wat het helaas in sommige gevallen ook is, misstanden zullen er altijd blijven), als uitbuiting en het wordt tegelijkertijd begeerd als het middel een zorgeloos bestaan te leiden. De huurdersverplichting uit het burgerlijk wetboek om als een goed huisvader voor het gehuurde te zorgen is een lachertje geworden en er is zelfs iemand gepromoveerd op de stelling dat kraken wettelijk moet worden toegestaan.

Het probleem was er dus al. Door de immigranten met een middeleeuwse achtergrond is het alleen maar erger geworden. Hoe is daar tegenop te komen? Ik zou zeggen door alleen maar rechten te geven als daar een tegenprestatie tegenover staat. Zij die geen tegenprestatie kunnen leveren hebben geen rechten maar aanspraken op zorg, ofwel in leeronderricht, ofwel in levensonderhoud. De leus ‘daar heeft u recht op ‘, bedacht door politieke stemmentrekkers die langs de deuren gingen, is te vergelijken met de boodschap van kwakzalvers die doodzieke mensen beloven hen beter te kunnen maken. Positieve grondrechten zijn uit den boze. Het doet de inspanningsverplichting verdampen. Stemrecht komt niet toe aan hen die zich niet willen voegen naar de samenleving die ze te eten geeft. Meer in het bijzonder zou ik willen zeggen, geef alleen stemrecht aan hen die de leeftijd van dertig jaar hebben bereikt en die een examen hebben afgelegd te vergelijken met het vroegere middenstandsexamen. Het zal analfabeten stimuleren hun achterstand in te halen. Zij die (nog) geen prestatie kunnen leveren hebben aanspraak op zorg in natura, niet in geld. Geld schept geen gezelligheid, die schep jezelf, ook zij die geen prestatie meer kunnen leveren. Geld is bedoeld voor hen die ermee kunnen omgaan.

Veel thema’s van Pinto komen ook in mijn romans voor, zoals de politieke correctheid vanuit het salonsocialisme en de ellende die zij daarmee veroorzaken. Aan de oplossing die Pinto biedt ter voorkoming van meerdere gruweldaden door moslims zou toegevoegd kunnen worden hier veel minder media aandacht aan te geven. Immers de terreurgroepen menen hun doel te kunnen bereiken juist door die media aandacht.

Op bladzijde 98 van zijn boek schrijft Pinto dat binnen enkele uren na de moordaanslagen door Mohammed Merah in Toulouse zo’n tweeduizend Franse moslims hun steun aan Merah betuigden. Buurtgenoten feliciteerden de moeder van Merah met de heldendaad van haar zoon en als steunbetuiging aan Merah schoot in de eerste tien dagen na de aanslag in Frankrijk het aantal antisemitische incidenten met veertig procent omhoog. Wat Pinto niet vermeldt is dat na de aanslagen door Merah, niet alleen in Toulouse maar ook in Montauban, de Franse president François Hollande op de televisie wist te melden dat de Franse moslims het eerste slachtoffer waren.

Geert Wilders wil de islam verbieden omdat het een terroristische organisatie zou zijn. Het is waar, na het lezen van het boek van Pinto, waarin de werkelijke ideologie van de islam uit de doeken wordt gedaan, kan je inderdaad moeilijk geloven aan een vredelievende organisatie. De islam heerst in 25 procent van de wereld en daar is geen enkele plek waar het rustig is. Er heerst oorlog of er vinden aanslagen plaats, alles uit naam van de islam. Ook onderling, soennieten en sjiieten bestrijden elkaar op leven en dood. Volgens het voorwoord op het boek door Floris van den Berg biedt niettemin het manifest van Pinto een alternatief voor de strategie van Wilders in de PVV, die de problemen met multiculturalisme wel aankaart, maar die niet met goede en structurele oplossingen komt. De oplossing van Pinto zou daarin liggen dat de islam immigrant gedwongen moet worden te kiezen, iets wat hij met de huidige politiek correcte opstelling, ten onrechte gebaseerd op de veronderstelling dat een islamiet westerse waarden kan aanvaarden, niet hoeft.

Het is waar, Wilders heeft geen oplossing voor het probleem. Integendeel, hij gaat het probleem uit de weg. De islamafobie weggedacht is zijn politieke programma te vergelijken met die van de SP. Een programma dat de individuele mens niet aanspreekt op zijn verantwoordelijkheden.

Het boek van Pinto verklaart de cultuurbotsing met de door hem beschreven premoderne fijnmazige F structuur, en de moderne grofmazige G structuur. Volgens inleider Paul Cliteur zou men de F structuur totalitair kunnen noemen, waarin alles geregeld is, alles vastligt. De moderne G structuur is individualistisch. De mens is vrij en wordt geacht zijn eigen keuzes te kunnen maken.

En dan bespeur ik een zekere leemte in het betoog van Pinto. Want het valt op dat het socialisme veel overeenstemming heeft met de beschrijving van Pinto van de premoderne mens. Vooral de afhankelijkheid van elkaar, de onvrijheid ofwel het onvermogen zelf initiatieven te nemen, de loketcultuur waar een ander het wel voor je zal regelen, zoals dat vooral in de lagere milieus voorkomt, heeft veel overeenkomst met de omstandigheden in een oosterse cultuur. Het is in dit opzicht niet verwonderlijk dat van socialistische zijde zoveel begrip bestaat voor de moslim en ook dat zwakkelingen zo vatbaar zijn voor de islam, voor de jihad. Het is aantrekkelijk omdat het leven een doel krijgt en jezelf geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen.

Opmerkelijk is voorts dat de verschillende situaties die Pinto beschrijft ook opgaan, zij het in sterk afgezwakte vorm, voor de verschillen tussen noordelijke en zuidelijke Europese landen, zelfs tussen Nederland en Belgie. Het lijkt erop dat de G structuur vooral heerst in landen die vroeger voor het protestantisme kozen en de F structuur in landen die katholiek bleven. Zonder een kenner van deze historie te zijn zou aldus de verlichting protestantse wortels hebben, die uiteindelijk ook de katholieke landen heeft bereikt.

Samenvattend komt het boek van Pinto op het volgende neer:

1. De islam heeft als hoofddoel het bestrijden van de ongelovige, dat wil zeggen zij die niet in de islam geloven, zich er niet aan onderwerpen. Het is niet vredelievend maar oorlogszuchtig. Het is niettemin verkeerd de aanbevelingen van Wilders te volgen omdat het niet bijdraagt aan een vreedzame oplossing van het probleem. Wèl moet de immigratie beperkt worden, salafistische moskeeën gesloten worden en haatimans geweerd. De door overheid en bedrijfsleven te volgen driestappen methode (DSM) zal de immigrant doen inzien waarvoor hij moet kiezen, zich blijven onderwerpen aan de islam en dan terug naar huis of zich onderwerpen aan het Nederlandse bestel. In aansluiting op het betoog van Pinto meen ik ook dat de immigrant zich vooral bewust moet zijn zich te moeten onderwerpen aan het Nederlandse bestel, want aanvaarden komt in zijn cultuur niet voor. Het huidige beleid van de overheid, dat begrip heeft voor het wangedrag van de immigrant vanwege zijn achtergrond, is een absolute misvatting van het probleem. Het is de oorzaak van de ellende die we over onszelf hebben afgeroepen. Het leidt niet tot integratie. Allochtonen met een moslim achtergrond kunnen niet integreren in de Nederlandse samenleving. Zij kunnen zich daar alleen aan onderwerpen en bij de juiste aanpak zullen zij dat ook doen. Ook al omdat zij gewend zijn zich te onderwerpen aan een hogere macht. Die hogere macht ontbreekt bij het huidige beleid van de zogenaamde politieke correctheid en leidt tot een vrijbrief voor misdadig gedrag.

 



Een promotie

Wetenschap Posted on Fri, October 28, 2016 13:29:48

WETENSCHAP OF OUDBAKKEN POLITIEK

Ik lees altijd met veel plezier het blad ‘Broerstraat 5’ voor alumni van de Rijksuniversiteit Groningen. Misschien komt het door mijn bèta-achtergrond, die mij als jurist altijd meer dan welkom bleef, dat natuurkunde en scheikunde mij boeien. Bij de behandeling van psychologische, maatschappelijke vraagstukken blijft na lezing soms de gedachte ‘maar dat wist ik al’. En dan stuit je plotseling op een verhandeling waarvan je denkt ‘dat kan toch niet waar zijn!’ Zo las ik in Broerstraat 5 nummer 3 oktober 2016 een artikel over Tino Buchholz, geboren in de DDR, die is gepromoveerd op een onderzoek naar betaalbare woonruimte in Amsterdam en Hamburg. Diens stelling is dat kraken uit het wetboek van strafrecht moet. Antikrakers worden uitgebuit door vastgoed cowboys. Hij constateert een afname van betaalbare woonruimte. In Amsterdam zorgen sterk oplopende huizenprijzen en een afname van betaalbare huurwoningen ervoor dat Amsterdam te koop staat en huurders de prijs betalen. Hij is verbaasd dat het niet tot verzet lijdt (ja, u leest het goed, met een lange, niet met een korte ‘ei’), maar het leidt (deze keer met korte ei) tot antikraak. Volgens deze sociaal bewogen wetenschapper laten vastgoed cowboys een pand een hele tijd te koop of te huur staan voor een utopische prijs. De bewoners, de antikrakers, fungeren als bewakers, huismeesters, schoonmakers en moeten daar ook nog 250 euro per maand voor betalen. Het is volgens Tino Buchholz niet duidelijk of het om huur gaat of niet. En als je geen dak boven je hoofd hebt ga je dit soort condities accepteren, verzucht Tino Buchholz. Hij vindt dat tricky, cynisch en ignorant. De markt maakt het mogelijk, maar er is nog geen rechter die er een fundamenteel oordeel over heeft uitgesproken. Tino Buchholz wil niet zeggen dat antikraken verboden moet worden, maar wel dat kraken wordt toegestaan. Hij voelt geen weerzin tegen (collectieve) eigendom, dat is in West-Europa misschien niet meer van deze tijd. Maar hij wil goed onderzoeken of en hoe we dat oude coöperatieve idee weer kunnen invoeren, dat we collectief kunnen wonen voor een politieke prijs.

Als advocaat weet je dat voor het achterhalen van de waarheid hoor en wederhoor nodig is. Vandaar dit stukje. Door het betoog van Tino Buchholz werd ik teruggevoerd naar het uit de vorige eeuwen bekende socialistische denken over een rechtvaardige maatschappij. De ongelijkheid moest uitgebannen worden. Achter ieder verschil werd uitbuiting gezien. De uiteenzetting van Tino Buchholz deed mij sterk denken aan de opvattingen van Proudhon.

 

Pierre-Joseph Proudhon was een Frans autodidactisch econoom en theoreticus van het socialisme in de negentiende eeuw, de eerste die zich anarchist noemde. Hij bepleitte een coöperatieve samenleving, zonder regering. In zijn boek ‘Qu’est-ce que la propriété?’ poneerde hij de stelling ‘La propriété c’est le vol’ oftewel eigendom is diefstal. Proudhon pleitte voor afschaffing van de private eigendom en de vervanging daarvan door particulier bezit en vruchtgebruik. In wezen is dat een terugkeer naar het feodale stelsel waarin de vrije burger geen eigendom en dus geen zelfbeschikkingsmacht wordt gegund. In mijn beleving vormt het gedachtengoed van Proudhon een mengeling van moralisme en economie. Ik houd dat uit elkaar omdat moraal behoort tot de oordeelsvorming die wij ethiek noemen en voor zover dat collectief beleefd wordt het gevolg is van de invloed van de groep waar men zich in opgenomen voelt. Economie daarentegen gaat over de strijd om het naakte bestaan en de daartoe aan te wenden middelen. Deze verschillende wijzen van waardering kunnen met elkaar botsen al naar gelang de omstandigheden. Als men meent dat de collectiviteit kan heersen over het waardeoordeel van het individu ontkent men het eigen geweten en de persoonlijke beleving en worden de verschillen tussen de mensen ontkend. Dat loopt uiteindelijk uit op een samenstel van leugens en verdichtsels om de redeneringen kloppend te houden, zoals de communistische en ook andere ideologieën hebben laten zien.

Om bij Tino Buchholz terug te komen, hij wil de misstanden die hij ziet uitbannen door een andere economische orde. Hij ziet daarbij echter over het hoofd dat zoiets weer andere misstanden oproept. Een collectiviteit, of het nu is een private onderneming of de publieke sector, levert naast voordelen ook risico’s op. Het gebeurt dat publieke sectoren met de overtollige middelen, als die er zijn, zich buiten hun werkgebied begeven in risicovolle transacties om daar financieel voordeel mee te behalen. De overheidssector is niet gewend financiele verantwoording af te leggen en moet regelmatig onder curatele gesteld worden. Wie zal profiteren van de oplossing zoals Tino Buchholz zich dat voorstelt? Dat zal vaak bepaald worden door het toeval. Sommigen vallen in de prijzen en anderen buiten de boot. Aan het Vondelpark in Amsterdam staan een paar sociale huurwoningen. Een paar maar, want anders zou het Vondelpark verloederen, dat had de publieke sector ook wel in de gaten. Wie mogen daar wonen? Op de woningmarkt zijn deze woningen een fortuin waard. Mij zijn gevallen bekend van lieden die op de mooiste plekjes van Amsterdam wonen zonder daarvoor een cent, figuurlijk dan, te hoeven betalen. Het is niet zo dat de collectiviteit alles voor iedereen bereikbaar maakt. Integendeel, de collectiviteit, het socialisme, schept zelf schaarste en drijft de prijzen op. Van de 375.000 woningen die Amsterdam telt, zijn er 206.000 eigendom van woningbouwverenigingen en woningcorporaties en voor het merendeel bedoeld voor de sociale verhuur. Nog eens 89.000 woningen worden verhuurd door particulieren. De rest, 80.000 woningen oftewel 21,3 procent van het Amsterdamse woningbestand, bestaat uit koopwoningen die door de eigenaren worden bewoond. Dit laatste percentage ligt ver onder het Nederlandse landelijke gemiddelde van 55 procent koopwoningen. Een aanzienlijk deel van de bewoners van die sociale huurwoningen leeft van de bijstand zonder enige bijdrage aan het maatschappelijk product. Zij die initiatieven ontplooien en in Amsterdam willen wonen zijn aangewezen op de zeer beperkte vrije goed sector met als gevolg torenhoge prijzen. Bestuurders van sociale woningbouwverenigingen, die voor de zienswijze van Tino Buchholz zouden moeten pleiten, zien daardoor hun kansen en gaan er toe over hun deel van de buit te pakken. Men kan uit naam socialist zijn, als de gelegenheid zich voordoet denkt men allereerst aan zichzelf. Eerst als de rijkdom het toelaat denkt men aan een ander. In het westen ontstond die rijkdom bij particulieren door persoonlijk initiatief en het marktmechanisme. In het communistische oosten vergaarde de partij rijkdom door de revolutie.

Aan de collectiviteit zoals Tino Buchholz dat voorstaat kleven grote nadelen. Sociale huurwoningen zoals gebouwd door Berlage, prachtige woningen, worden door sociale minderheden uitgewoond en kapot gemaakt. Zij onderhouden de woningen niet en vieren hun onderhuidse agressie bot met het vernielen van trapportaal en voordeuren. Vrij spel geven aan krakers leidt tot anarchisme en zal uiteindelijk tot dictatuur leiden, omdat anders de orde niet hersteld kan worden. Anarchisten houden van rotzooien. Zodra zij orde en netheid zien raken zij in opperste staat van razernij, een uiting van onmacht. Zij zien in orde en netheid symbolen van onderdrukking. Deze razernij kan omslaan in onderwerping aan hem die belooft wraak te zullen nemen.

Kraken kan alleen toegestaan worden in noodsituaties. Voor individuele gevallen kan dat het geval zijn. Maar het kraken uit het wetboek van strafrecht halen levert een vrijbrief op voor slechtwillenden. Het zal tegenreacties oproepen. Het is een illusie te menen dat een collectiviteit verantwoordelijkheid kan dragen zoals het burgerlijk wetboek dat ziet, die de huurder verplicht voor het gehuurde te zorgen zoals het een goed huisvader betaamt. Alleen een individu kan verantwoordelijkheid dragen, een collectiviteit kan alleen functioneren als dat niet verdwijnt. De ervaring met sociale huurwoningen leert evenwel dat eigen woningbezit de voorkeur verdient.

Tino Buchholz wil met zijn proefschrift het marktmechanisme de kop omdraaien en krakers rijk maken. Deze kersverse doctor in philosophy wil plekjes, waar iedereen wel zou willen wonen en daarom peperduur zijn, ontruimen voor hen die het niet kunnen betalen. Hebben we het over wetenschap of over een achterhaald politiek pamflet? Een proefschrift, evenals ieder ander wetenschappelijk artikel, behoort onderzoek te doen en aan de hand daarvan met nieuwe aanbevelingen te komen. Wat Tino Buchholz doet is het herhalen van oude slogans. Ik weet niet wie bij de universiteit daarvoor verantwoordelijkheid draagt, maar het maakt de wetenschappelijke waarde van sociale studies opnieuw twijfelachtig.



Geneeskunde

Filosofie Posted on Wed, October 05, 2016 16:20:13

ONHEILSAANZEGGERS

Zag laatst op de tv een bericht over geneeskundigen die met een rapport gekomen waren over de schadelijke gevolgen van alcohol. Deze deden uit de doeken wat er allemaal verkeerd aan is, welke schade het oplevert voor de maatschappij. Een psychiater met priemende ogen en een scherp veroordelende blik kon vertellen dat zelfs een glas per dag verkeerd is. Ik zou mij schuldig moeten voelen vanwege het halve litertje rode wijn, dat ik per dag drink en waar ik mij wel bij voel. Het zou mij moeten beroven van het welzijn zoals ik dat ervaar. Gelukkig hebben zij daar de macht niet voor. Integendeel, ik kwam in opstand tegen de ondertoon van de boodschap, die eiste dat wij ons leven zouden beteren. Weten zij waar ze het over hebben? Wat stellen zij zich voor van het leven, van de maatschappij? Zij richten hun aandacht op één punt, de schadelijke werking van alcohol. Willen ze het verbieden? We hebben de gevolgen daarvan gezien tijdens de drooglegging in de Verenigde Staten. Nu al is het zo dat tachtig procent van het politieapparaat belast is met de bestrijding van verdovende middelen. Waar gaat het heen als de alcohol daar nog bijkomt? Voor de maffia is het natuurlijk luilekkerland. Het is goed dat erop gewezen wordt dat teveel niet goed is. Maar dat wisten wij al. Daar komt bij dat wat voor de één goed voor de ander slecht is. Winston Churchhill was een roker en een drinker, deed niet aan sport en werd negentig jaar. Misschien zullen onze geneeskundigen zeggen, anders was hij nog ouder geworden. En dan, was hij gelukkiger geweest?Ik herinner mij hoe vele jaren geleden in het Verenigd Koninkrijk een rapport van geneeskundige heilsprofeten verscheen over onze slechte gewoontes. Zelfs neuspeuteren moest verboden worden. In de pers werd het neergesabeld als akelige betweterij met minachting voor het persoonlijke leven, overschatting van de plaats in de samenleving. Wat verkeerd en wat goed is wordt bepaald door omstandigheid, tijd en gewoonte. De tien geboden uit de bijbel zijn in wezen juridische voorschriften hoe een vreedzame samenleving tot stand te brengen. Het alcoholverbod uit de Koran is een medisch voorschrift omdat alcohol in de woestijn onder de brandende zon niet veel goeds kan brengen. Maar alcohol kent ook medische toepassingen zoals het toedienen aan onderkoelde personen. Regelmatig duiken er lieden op die de maatschappij willen veranderen omdat er iets is dat hen niet bevalt en dan bereid zijn om de hele boel op de schop te gooien, waarvoor alles moet wijken. Het is goed dat er geneeskundigen zijn. Zij doen nuttig werk zoals anderen dat ook doen. Zij zijn er om zieken beter te maken. Maar het vak van geneeskundige is niet bedoeld om een ander de les te lezen.



Haatzaaien

Recht Posted on Sun, September 25, 2016 13:20:58

KUTLUI

 

De vorige inmiddels uit het ambt gezette advocaat van Wilders, mr Moszkowicz, ging het werkelijke debat over het gedachtengoed van Wilders uit de weg door rookgordijnen op te werpen. Zoals het wraken van een rechter dat nergens op sloeg. Dat de wrakingskamer zich daarvoor leende was ronduit bedenkelijk. De druk om onverwijld een beslissing te moeten nemen en de grote publieke belangstelling, de media aandacht kunnen een verkeerde rol gespeeld hebben. Verder rommelde Moszkowicz met de machinaties van een over het paard getilde raadsheer plaatsvervanger die aan de borreltafel had geregeld het Wilders circus in de rechtszaal nog even te kunnen laten voortduren.

Het is een verademening zoals de huidige advocaat Knoops thans de verdediging voert in de zaak tegen de door het openbaar ministerie vervolgde Wilders wegens het aansporen tot ‘minder Marokkanen’. Knoops wijst er terecht op dat de uitspraken van Wilders in het kader van het politieke debat gezien moeten worden. Ik heb de indruk dat de Jodenvervolging nog steeds de geesten vertroebelt. De angst voor stigmatisering van een bevolkingsgroep met ongewenste gevolgen ligt voor de hand. In Nazi Duitsland werd haat, dood en verderf gezaaid tegen een bevolkingsgroep die al eeuwenlang in Duitsland geïntegreerd was. Ook werd ras en geloof door elkaar gehaald. Afgunst was de drijfveer.

Laten we bij de les blijven om te beseffen waar het hier om gaat. Willen we meer of minder immigranten? Willen we immigranten, die met woord en daad laten blijken dat hun hart niet hier ligt, maar hen toch het Nederlandse paspoort gunnen? Dat zijn geen vragen die in de rechtszaal opgelost moeten worden. Een rechter is er om de wet toe te passen. Die wet komt tot stand dankzij het openbaar debat. In Nazi Duitsland was dat niet mogelijk maar bij ons wel. Het kan niet zo zijn dat een rechter dat onmogelijk kan maken.

De artikelen 137c, 137d en 137e Wetboek van Strafrecht over het beledigend uitlaten over een groep van mensen op grond van hun ras, het aanzetten van haat tegen of discriminatie van of gewelddadig optreden vanwege hun ras, het openbaar maken van uitlatingen waarvan men weet of kan vermoeden dat ze voor een groep van mensen wegens hun ras beledigend zijn, dan wel aanzetten tot haat of discriminatie, bieden voor hen die een hekel aan Wilders hebben een open deur. Verder aan hen met lange tenen, zij die lijden aan egozwakte of er verkeerde sympathieën op na houden.

 

Maar hebben de ‘kut Marokkanen’ van Spekman zelf aangifte gedaan tegen Spekman of tegen Wilders? Waarschijnlijk niet. Het zijn anderen geweest die zich geen ‘kut Marokkaan’ voelen en dat met de aangifte willen laten blijken. Zal een eerzame Nederlander in Rome die ‘kut Nederlanders’ ziet pissen in de Trevi fontein zich aangesproken voelen door die kwalificatie? Hij zal plaatsvervangende schaamte voelen. Zo zal het ook de rechtgeaarde Engelsman vergaan die ziet welke ravage zijn landgenoten bij voetbalwedstrijden aanrichten. Wie zijn die eerzame Marokkanen die kennelijk geen plaatsvervangende schaamte kennen, zich beledigd voelen doordat hun juichende landgenoten na 9/11, die zwaaien met een IS vlag daarop aangekeken worden?

 

De oproep ‘minder Marokkanen’ komt niet uit de lucht vallen. Het is niet zo dat maar in het wilde weg gefantaseerd wordt over gewraakt gedrag, zoals in de film Jud Süss van Joseph Goebbels of in de Protocollen van Zion. De uitlatingen ‘kut Marokkanen’ van ook Hans Spekman en ‘Pleur op’ van Mark Rutte spreken voor zich. Wilders voelt zich terecht tekort gedaan nu tegen hem wel maar tegen Spekman en Rutte geen vervolging is ingesteld. Misschien is er geen aangifte gedaan en men kan zich afvragen waarom niet?

 

Dat geeft ook aan dat we hier in het politieke krachtenveld zitten hoe op te treden tegen ongewenst gedrag. Men kan zijn twijfels hebben over de methoden die Wilders wil toepassen om het probleem op te lossen. Eerlijk gezegd denk ik dat hij geen werkelijke visie daarover heeft. Het zijn eerder de uitingen van een machteloze toeschouwer die ziet hoe de zogenaamd correcte politiek het onheil over zichzelf heeft afgeroepen. Ook dat geldt als een verzachtende omstandigheid.

 

De artikelen 137c, 137d en 137e Wetboek van Strafrecht zijn zinvol, maar niet in het politieke debat over kutlui.

 



Medische ethiek

Filosofie Posted on Wed, September 14, 2016 14:25:22

ORGAANDONATIE

De Tweede Kamer heeft een wet aangenomen die orgaandonatie gemakkelijker moet maken. Iedereen wordt orgaandonor tenzij men kenbaar maakt dat niet te willen. Hoe de wet er precies uitziet, of het door de Eerste Kamer wordt aangenomen, hoe het in de praktijk zal werken is onzeker. Het is wederom een sterk staaltje hoe er met de persoonlijke levenssfeer wordt omgesprongen. Belangengroeperingen dwingen hun wensen af met bedenkelijke argumentatie. De arts die in Nieuwsuur gisteravond kwam uitleggen waarom dat allemaal zo perfect in orde is maakte op mij de indruk van een koele berekenende technicus die zo de fabriek bedrijfsklaar maakt. Er is een duidelijk verschil tussen leven zoals dit soort artsen dat zien en de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat het leven eindig is en het zinvol moet zijn. Daartoe behoort het recht om waardig te kunnen sterven. Het argument van de arts dat tegen de aantasting van het lichaam bezwaar kan worden gemaakt lijkt nobel maar is het niet. Het lijkt nobel om een verkeersslachtoffer te helpen met een transplantatie waarvoor weer een ander verkeersslachtoffer wordt geofferd omdat die het orgaan zelf niet meer nodig heeft. Maar wie bepaalt dat? Ja, u raadt het antwoord, de arts. En daar wringt de schoen. Niet alleen bestaat het gevaar van onbekwame artsen, van verkeerde artsen, maar ook de marktwerking van de orgaanhandel. De koele berekenende arts die bij Mariëlle Tweebeeke out of the blue wist te vertellen dat negentig procent van de Nederlanders voor orgaandonatie is weet niet waar hij het over heeft. Deze loze bewering ontzenuwde hij onmiddellijk zelf door te verklaren dat het in de huidige praktijk zo moeilijk is om familie van gestorven donoren te overtuigen. Ik denk wel dat negentig procent van de artsen daar voor is, de redenen laten zich raden, en dat hij één en ander door elkaar haalt, maar negentig procent van de bevolking zeker niet. Integendeel, uit de reserve die hijzelf bij de familie van de overledenen bespeurde blijkt het tegendeel. Hij wist ook te vertellen dat de nieuwe wet niets zou veranderen want de familie kon alsnog bezwaar maken. De vraag dringt zich natuurlijk op ‘waarom dan deze wet?’. De medische ethiek is ver te zoeken. Aan een menswaardige levensbeëindiging weigeren vele artsen mee te werken. Wel om het ondraaglijk lijden maar zo lang mogelijk te rekken. Als een goedwillende arts dat toch doet wordt hij verraden door een jonge arts assistent in opleiding die is opgevoed in de leer dat regels gaan boven het leven. Ons burgerlijk wetboek kende een cynisch artikel dat aan de laatst behandelend arts een voorrecht toekende voor zijn rekening. In de huidige verzorgingsstaat hebben artsen dat niet meer nodig. Het medische beroep is een vaktechnisch beroep geworden met weinig oog voor het werkelijke mens zijn. De aan blaaskanker gestorven concertpianist Gérard van Blerk wist over de hem behandelende geneesheren te melden: ‘ze kennen maar een paar handelingen.’ Het leven is eindig, daar is geen respect meer voor. De Russische schrijver Leo Tolstoj zei het al, hij zei: ‘een arts verdient geld aan het lijden’. Het valse beroep op ‘’eerbied voor het leven’ en de angst voor het wetboek van strafrecht dat de ethisch handelende arts moord in de schoenen schuift geven de stand van zaken weer. Het gaat niet om de kwaliteit van het leven, het recht om waardig te sterven. Neen, geheel andere belangen spelen een rol. In het boek ‘Le grand secret’ van René Barjavel beschrijft hij hoe deze ontwikkeling zich keert tegen een menswaardig bestaan, waarin het recht om te sterven hem is ontnomen. Het leven is eindig. Laten we het niet onnodig laten rekken door kwakzalvers.



Nostalgie

Literatuur Posted on Sun, September 11, 2016 16:36:09

HOTEL VAN DER WERFF

Hotel Van der Werff op Schiermonnikoog is een begrip. Van een goede vriend kreeg ik daarover de volgende informatie. Jan Fischer, hij studeerde van 1962-1965 economie aan de R.U. te Groningen, kocht het in 1982 van de erfgenamen van “Juffrouw Dien” voor 1,3 miljoen gulden, zij had het in 1955 overgenomen van Sake van der Werff. Onder het motto ”vernieuwing is een gebrek aan zelfbeheersing” probeerde Fischer het hotel te behouden of de tijd had stilgestaan. Hoewel dit jaar de prijs van een kopje koffie verhoogd is van 0,60 cent naar 0,80 cent. Jan Fischer was altijd gekleed in zijn eeuwige blauwe pak. Toen in 1981 juffrouw Dien overleed, die haar hele leven vrijgezel was gebleven, is er een comité van Verontruste Hotelklanten, onder leiding van Willem Duisenberg, in het leven geroepen. Er werd een obligatielening van 300.000 gulden uitgeschreven, waarvan de renteopbrengsten alleen in het hotel kon worden besteed. Jan Fischer ging het kopen, hij trouwde en kreeg twee kinderen, Rob en Charlotte. Tien jaar later pakte zijn echtgenote de bus naar de boot en verdween. Op vakantie ging Jan nooit. Eén keer per jaar stak hij de weg over en ging hij zijn grote concurrent Andre Zandt van Graaf Bernstorff gelukkig Nieuwjaar wensen. Ook de gebroeders Ankers (bekende advocaten in Nederland) sliepen altijd in dezelfde kamer in het hotel. Jan Blauwpak was een man van weinig woorden, zei Anker. Goedemorgen, dat was het enige was hij tegen me zei. Heel soms als ik geluk had, zei hij welterusten. Met die zwijgzaamheid plaagden de gebroeders Ankers hem soms: zei je wat, Jan? Wibo van de Linde, journalist en tv maker kon zich eraan storen dat van Fischer een karikatuur werd gemaakt. Volgens Wibo was Jan een erudiete man. Op 3 september 2014 overleed Jan Fischer op 74-jarige leeftijd. Hij wilde worden opgebaard op zijn geliefde biljart, in de gelagkamer en uiteraard werd zijn laatste opdracht uitgevoerd. Hij werd begraven naast Sake van der Werff.

Tot zover het relaas van mijn vriend.

Zelf herinner ik mij Hotel Van der Werff onder het toeziend oog van juffrouw Dien met een heel bijzondere sfeer. In de gelagkamer kon een koor spontaan in gezang uitbarsten. Ik heb er de uitgever Thieme uit Zutphen ontmoet, die op Schiermonnikoog zijn vogelboeken kwam verkopen. Waarschijnlijk was hij de grootvader van Marianne Thieme, lid van de Tweede Kamer voor het welzijn der dieren. Ook herinner ik mij het bezoek aan de beeldhouwer Van Waning, tachtig jaar oud die op het eiland een afgezonderd leven leidde.

Na de overname door Jan Fischer veranderde misschien niet het interieur, maar wel dat hij als man op de achtergrond, niet in blauw pak maar in trui en manchesterbroek, in een achterkamertje de genuttigde verteringen bijhield en voor de vertrekkende gasten minutieus de rekeningen opmaakte. De bedden waren doorgezakt en het slechte slapen probeerde je te verdrijven met Beerenburg in de gelagkamer. De schrijfster Doeschka Meijsingh schijnt ooit kond gedaan te hebben van de gehaktbal die daar in het etablissement verkeerd was gevallen. Liefhebbers van Beerenburg hebben daar geen last van. Voor hen blijft Hotel Van der Werff het toevluchtsoord voor amateur strandjutters met het verlangen naar het ruige leven, dat Hotel Van der Werff ziet opduiken als het walhalla waar wederom Beerenburg de pijn verzacht en de toekomst niet verder gaat dan het wachten op de bus naar de boot, die zoals mij is verteld door de vrouw van Jan Fischer werd versmaad bij haar laatste vertrek. Jan Fischer schermde graag met belangrijke gasten, zoals Jan Terlouw die met zijn familie het hotel eer had aangedaan.

De tijd van Sake Van der Werff en later juffrouw Dien is voorbij, toen het zich kon vergelijken met een etablissement als De Rustende Jager in Bergen Binnen, waar de weemoed het hoogste woord had en ketsende biljartballen dat alleen maar konden onderstrepen.

Met Jan Fischer werd de weemoed een handelsobject, hij was per slot van rekening econoom. Ook Willem Duisenberg zal daar aan hebben bijgedragen, die ik mij kan herinneren in een geheel ander etablissement, namelijk in de kleine besloten societeit Het Jagertje in Den Haag waar hij zich liet fêteren door de onroerend goed makelaar Zadelhof en Duisenberg daar zo onder de indruk van moet zijn geweest dat hij bij het afscheid van de ABNAMRO bankier Hazelhoff in het Concertgebouw de laatste toesprak met ‘Beste Zadelhof’ en de haastige verbetering niet veel meer kon goedmaken.

 

Ik zou opnieuw naar Hotel Van der Werff willen gaan om er ver afgezonderd een verhaal te schrijven, bezield door herinneringen aan vroeger. Ik vrees echter dat zoiets niet meer mogelijk is. Ik hoor nu al in de gelagkamer de stamgasten in de weer met hun I-phones en Smart-phones, die belangrijker worden gevonden dan de rust waarmee het hotel wordt uitgevent.

 

De tijd van vroeger zal nimmer keer weerom.

 

 



Complotten

Recht Posted on Sat, September 03, 2016 15:36:47

VOLKERT VAN DER GRAAF

Over Volkert van der G. bestaat een complottheorie dat deze in opdracht van de kroon de moord op Pim Fortuyn heeft uitgevoerd. Onze ooit onvolprezen ballerina Ine Veen heeft daar een boek over geschreven. Ook is er tv documentaire over verschenen, met name over de rol van Mat Herben, een in militaire kringen goed ingevoerde politicus. Al deze complottheorieën zijn door de betrokkenen steeds met kracht van de hand gewezen.

Ik dacht hier weer aan na het zien van de tv uitzending Pauw gisteravond 2 september 2016. Volkert van der G. is tot 18 jaar cel veroordeeld maar is inmiddels weer op vrije voeten, zij het onder toezichtstelling en meldingsplicht. Zijn advocaat heeft een procedure aangespannen om die kwellende vrijheidsbelemmeringen ongedaan te krijgen. Het zou voor zijn cliënt te belastend zijn.

In de onderhandelingen hierover met het openbaar ministerie heeft Volkert van der G. de gesprekken stiekum met de band opgenomen. Gedeelten van deze bandopnames werden in het tv programma Pauw door zijn advocaat ten gehore gebracht. Wij hoorden daarop flarden van een gesprek ergens op een justitiële locatie tussen Volkert van der G., diens advocaat, de advocaat generaal Pieters van het openbaar ministerie met nog een vrouwelijke justitiële functionaris. Het gesprek begint met een van de zijde van justitie in een joviale popi jopie sfeer. Het gaat erom dat Volkert van der G. van de hem belemmerende maatregelen afwil. Het verplichte psychiatrische onderzoek is afgerond en zijn psychiaters hebben hem geestelijk gezond verklaard. Juridisch gezien is er geen noodzaak meer Volkert van der G. nog een strobreed in de weg te leggen.

Maar wat doet de advocaat generaal Pieters? Die laat doorschemeren daar wel voor te voelen, maar er moet iets tegenover staan. Volkert van der G. zou zich opnieuw aan een psychiatrisch onderzoek moeten onderwerpen. Volkert van der G. weigert dat en zijn advocaat begint een rechtsprocedure om zijn gelijk te halen, in welke rechtszaak ook de geluidsbandjes worden ingebracht en waarvan het ministerie van justitie als belanghebbende dus inmiddels op de hoogte is. Maar in een brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister van justitie Ard van der Steur met een omhaal van woorden dat hem van die pogingen om Volkert van der G. over te halen tot nieuwe onderzoeken niets bekend is.

De advocaat van Volkert van der G. wilde in die tv uitzending aantonen hoe de minister, die al vaker sorry had moeten zeggen, andermaal in de fout gaat door zaken te ontkennen die wel degelijk gebeurd zijn en daarbij de rechters voor de voeten loopt die in deze zaak nog een beslissing moeten nemen. Dat is in strijd met ons rechtsstatelijk stelsel van de scheiding der machten.

Ik kom nu weer op die complottheorie. Want er is een bepaalde draad te herkennen. Het eerste is dat Volkert van der G. tot een onbegrijpelijk lage straf is veroordeeld. Dat heeft geleid tot brede maatschappelijke weerstand hiertegen. Het tweede is dat alhoewel justitie Volkert van der G. eigenlijk zou moeten laten gaan, toch getracht wordt hem te blijven hinderen. Enerzijds zou in de complottheorie de kroon hem moeten laten gaan, maar anderzijds wil men dat niet.

Dat laatste wordt echter begrijpelijk gelet op de brede maatschappelijk weerzin tegen Volkert van der G.’s vrijlating. Het lijkt erop of enerzijds de kroon voor Volkert van der G. de deur naar de vrijheid heeft open gezet, maar anderzijds de politiek daar uit electorale overwegingen niet aan wil. Binnenskamers wordt getracht Volkert van der G. te blijven hinderen omdat dat politiek goed uitkomt, maar de minister deze duistere gang van zaken naar buiten moet verzwijgen.

Wat is er nu zo opmerkelijk aan dat geluidsbandje? Enerzijds horen wij de advocaat generaal Pieters op zalvende toon Volkert van der G. proberen over te halen tot iets waartoe hij niet verplicht is. Anderzijds horen wij Volkert van der G. die de regie in handen lijkt te hebben. Die eist op dwingende toon die geen tegenspraak lijkt te dulden van de advocaat generaal dat het afgelopen moet zijn.

De toon van Volkert van der G. zegt veel over diens karakter en voorspelt niet veel goeds. Maar ook kan eruit afgeleid worden dat hij rechten claimt die niet openbaar zijn.



Berichten uit Frankrijk

Politiek Posted on Sat, August 27, 2016 13:09:17

MONTEMBOURG

Sommige lieden kunnen met wonderlijke verrassingen komen. In Frankrijk was er een minister voor werkgelegenheid (emploi) die in bevlogen bewoordingen zijn verhalen afstak, daarbij een gezicht trok of hij het zelf ook moest geloven. Zijn ideeën kwamen erop neer dat er veel meer gedaan moest worden voor de kleine werkloze man en dat de rijken het gelag moesten betalen. Hij heette Arnaud Montembourg. De Franse president François Hollande, die hem geïnstalleerd had vanwege zijn bevlogen uitstraling en zo uitdrukking wilde geven aan de worst die hij de kiezers voor had gehouden, was dan wel in naam socialist maar ook een technocraat die weet waarom een schip vastloopt. De bevlogenheid van Montembourg ging dan ook botsen met de harde cijfers want de werkloosheid liep steeds maar verder op. Dat lag niet alleen aan Montembourg maar vooral aan de geest die in de Fransen was gevaren, die al jaren lang boven hun stand leefden zonder dat te willen weten. Loisir en retraite waren de lokwoorden om het volk in slaap te houden en zo de macht naar zich toe te trekken. Zij die wezen op de risico’s van het bestaan waren in de verzorgingsstaat afzichtelijke voorbeelden geworden van hen die het volk wilde uitbuiten.

De terreuraanslagen moeten voor een zekere ommekeer gezorgd hebben. Niet bij de vakbonden, maar wel bij François Hollande. Eerder had hij Montembourg al de laan uitgestuurd omdat die buiten de paden van de werkelijkheid was getreden en hem vervangen had door de zich met Kennedy vergelijkende Macron.

Maar nu heeft Montembourg zich kandidaat gesteld voor het Franse presidentschap met de verkiezing in 2017. Zijn programma wekt verbazing, maar hier en daar ook instemming. Zoals ‘annuler les hausses des impôts’ en ‘service militaire et civile pour hommes et femmes’. Dit getuigt van werkelijkheidszin. Niet alleen dat. Ook neemt hij het op voor de pme (petites et moyennes entreprises), het midden- en kleinbedrijf. Het kan niet anders dan dat hij deze nu als de meest bedreigde schakel in de Franse samenleving ziet. Deze ommekeer van Montembourg is opmerkelijk die vroeger als minister alleen maar oog leek te hebben voor het afdwingen van een vast arbeidscontract, een cdi (contrat de durée indéterminée) voor iedereen. De schellen moeten hem van de ogen zijn gevallen. De grote bedrijven kunnen uitwijken naar het goedkope buitenland maar de pme kan geen kant op en draait op voor het tekort. Een socialistische burgemeester verhoogt simpelweg de belasting als de Salle des Fètes aan onderhoud toe is. De jeugd groeit op zonder vooruitzicht op een baan en zonder zinvolle bezigheden, met de vlucht in comafeesten en verdovende middelen. Montembourg wil Frankrijk terugtrekken uit de Europese Unie en de bespaarde contributie aan die club wil hij besteden voor de pme. De EU heeft dat aan zichzelf te wijten. Het mag dan >op papier wel in orde lijken als iedereen bij elkaar in en uit kan lopen maar daar zitten ook gevaren aan. Hoe haalde een eurocommissaris als ene Bolkestein het überhaupt in zijn hoofd om Franse ambachtslieden concurrentie te laten aandoen door lieden uit landen waarvan de papieren alleen maar achterdocht kunnen wekken?

Aan de Franse oud president Sarkozy kleeft de smet dat hij wordt gezien als ‘vriend van de rijken’. Binnenskamers zou hij ervoor zorgen dat de grootindustrielen de wind uit de zeilen wordt gehouden. Deze grootindustrielen weten met gewiekste constructies de belasting te ontwijken en de pme betaald het tekort, het gelag met een 70 urige werkweek of meer en met een inkomen beneden modaal. Binnenskamers rechtvaardigen die grootindustrielen dat omdat grote bedrijven geld nodig hebben om te overleven, door grote bedragen aan investeringen en research te moeten besteden die niet onmiddellijk geld opleveren en ook verkeerd kunnen uitpakken. Weliswaar is dat aftrekbaar, maar de grootindustrielen hebben nog een ander angstvisioen en dat is de zinloosheid van de belastingafdracht die gebruikt wordt om de geldverslindende verzorgingsstaat in stand te houden waar loisir, retraite, aide aux personnes démunies de sleutelwoorden zijn zonder oog te hebben voor het andere.

De Franse geschiedenis met de Franse revolutie blijft een rol spelen. De afstand tussen peuple en gouvernement, tussen employés et cadre, tussen geletterde en ongeletterde doet zich in alle geledingen voor of het nu is het bedrijfsleven of de Franse socialistische partij zelf. Hoe is aan deze spiraal van wederzijds wantrouwen te ontkomen? Verdwijnen zal het nimmer want daarvoor liggen de standpunten te ver uit elkaar.

Ik heb begrip voor die paar punten van Montembourg. Voor de rest blijft hij een vreemde eend in de bijt, met een merkwaardig mensbeeld voor ogen. De invoering van de dienstplicht biedt voordelen. De veiligheid kan beter worden bewaakt. Het tekort aan mankracht in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen kan worden opgevangen. De basisvoorzieningen worden goedkoper omdat dienstplichtigen geen of weinig salaris genieten. Jonge mensen wordt discipline bijgebracht en het geeft ze een zekere ontwikkeling en een kijk op de maatschappij. Niet alleen dat, het houdt ze ook van de straat.



« PreviousNext »