Blog Image

Celeste Lupus

Over dit weblog

Celeste Lupus schrijft over: literatuur, politiek, filosofie, recht, economie en wetenschap.

Natuurrecht

Recht Posted on Mon, July 17, 2017 12:45:54

ONTGROENING

Het ancien régime van vòòr de Franse revolutie kenmerkte zich door gesloten gemeenschappen, nepotisme, gildes, klassenjustitie, oligarchie, monarchie. Kortom een weinig transparante maatschappij. Toch slaagde de initiatiefrijke vrije mens erin zijn stem te laten horen, wat leidde tot de Franse revolutie. Maar het duurde nog bijna twee eeuwen voordat het gezag werkelijk aan gruzelementen werd geslagen. Dat gebeurde met de studentenopstanden in mei 1968 in Parijs, in augustus 1968 in Amsterdam, de Maagdenhuisbezetting en ook in andere Europese steden. De studentencorpora ontkwamen er niet aan. In Groningen voegden het mannelijke Vindicat atque Polit en het vrouwelijke Magna Pete zich samen. In het bedrijfsleven ontstonden ondernemingsraden.

Wij leven anno 2017. Vreemd genoeg doen zich juist nu weer ernstige ontgroeningsincidenten voor, die veeleer lijken op de mores binnen 19-eeuwse Duitse studentencorpora, waarbij de Mensur, een lidteken in het gezicht door een degenhouw, het ereteken was waarmee in de verdere carrière deuren geopend konden worden. Ik herinner mij mijn eigen ontgroening in 1964 en het Dachautje spelen in Amsterdam en Tres faciunt collegium (de roetkapaffaire in Utrecht) niet ver achter ons lagen. We werden kaal geschoren, droegen een strikt voorgeschreven tenue van colbert met vest en das, broek met omslagen. Het strikken van de das zoals toegepast door de zoon van Donald Trump zou een regelrechte grond tot verwijdering hebben gegeven. Er werd aan jasjes getrokken en geduwd, je viel in bierplassen met zaagsel en zag er niet uit. Ik herinner mij een feut die onder een autobus kwam. Altijd gebeurde er wel iets, maar geen doden gelukkig dat jaar. Al vond ik wel dat het verblijf op de sociëteit meer risico inhield dan de twee jaar militaire dienstplicht die ik er op had zitten.

Toch was voor mij die groentijd minder onrustbarend dan wat ik er nu in media over verneem. Een liter jenever drinken, op iemands hoofd staan, bangalijsten (moet dat niet bunga! bunga! zijn, het geliefkoosde tijdverdrijf van Sylvio Berlusconi?) In mijn tijd was er geen sprake van zwijgcontracten met een boete van € 25.000. Afgezien van de ongeldigheid van deze contracten (strijdig met de goede zeden en de openbare orde, art. 3:40 lid 1 BW) tekent het de sfeer. Ze zijn niet te vergelijken met de zwijgplicht in de uitoefening van een dienstbetrekking, het verschoningsrecht van een geestelijke, arts, advocaat en notaris. Naar mijn mening ook niet met het actusgeheim van destijds, dat door Jelle Troelstra tijdens een debat in de Tweede Kamer der Staten Generaal werd gebroken en hij werd geroyeerd als Vindicat reünist.

Wat valt er te zeggen vóór die zwijgplicht? Ik zou zeggen, op zijn best een drempel voor kwaadwillenden die een verkeerde uitleg aan een en ander willen geven. Maar het weegt niet op tegen het risico van de verkeerde elementen die menen straffeloos hun gang te kunnen gaan.

Nu ontving ik als oud-lid een brief van de Senaat Derksen van Vindicat waarin men zich aangedaan toont en verslag wordt gedaan over hoe de groentijd 2017 moet verlopen. Ik weet niet of men zich aangedaan voelt door het leed van de slachtoffers dan wel door de media die over Vindicat zijn heen gevallen. Dat komt door de halfslachtige wijze waarop de daders zijn aangepakt, eigenlijk niet zijn aangepakt, zoals ik het verloop van de kwalijke gebeurtenissen heb begrepen. Natuurlijk is men pas schuldig als er een veroordeling wordt uitgesproken. Maar het kan niet zo zijn dat een uitslaande brand alleen door de krant wordt gemeld als het op de telex is bevestigd. Als iemand meent op het hoofd van een feut te kunnen staan is op dat moment een trap in zijn ballen het juiste antwoord, alsmede hardhandige verwijdering, bij voorkeur ten aanschouwe van het aanwezige feutendom. In mijn tijd heb ik het meegemaakt dat te overijverige kroegcommissarissen door hun voorgangers tot de orde werden geroepen. Zo wordt er een natuurlijk gezag geschapen. De papierwinkel erna doet de rest.



Beroepsethiek

Literatuur Posted on Mon, May 29, 2017 14:52:01

TESTAMENT

Ik toog naar de notaris en zei dat ik mijn testament wilde maken. Hij vroeg: “Wat moet er in?” Ik zei: “Neemt u maar op dat op mijn begrafenis mijn nabestaanden moeten zingen Hij leve hoog! Hij leve hoog! Maar wel op toon en met de juiste dictie.” De notaris schudde verbaasd zijn hoofd: “Waarom is dat in godsnaam?” Ik zei: “Dat is mijn manier om in de hemel te komen.” De notaris na wat nadenken: “Daar zit wat in. Wat gaat u doen daarboven?” Ik zei: “Spelen op de Steinway vleugel, op de fluit, ik heb een Myazawa en een Philip Hammig, oh ja, ook nog een renaissancefluit. De zang doe ik er ook bij. Neemt u dat ook maar op.” De notaris: “Denkt u dat ze daarboven een Steinway vleugel hebben?” Ik zei: “Jazeker, als ik de mijne meeneem wel.” De notaris schudde ongelovig zijn hoofd: “Zo’n ding is toch veel te zwaar daar boven.” Ik zei: “Daar heeft u gelijk in. Maar die beperkingen gelden alleen voor de mensen op aarde. De notaris: “Kan dat allemaal niet geregeld worden zonder mijn tussenkomst? Ik vrees moeilijkheden te krijgen met mijn geloofwaardigheid.” “Met uw geloofwaardigheid?” “Ja, in beginsel behoor ik op te schrijven wat de mensen van mij verlangen. Maar ik ben godvruchtig van aard, wat een rem legt op mijn vermogen mee te werken aan iets waar ik niet in kan geloven.” “Gelooft u niet aan de hemel?” “Jazeker geloof ik aan de hemel. Maar die Steinway vleugel, dat kan niet. Dat zingen misschien wel.” “U beslist dat ik mijn Steinway vleugel niet mee mag nemen naar de hemel? Dat lijkt mij een reden voor een klacht.” De notaris verschrikt: “Dat meent u niet.” “Jazeker meen ik dat. U gelooft niet dat het kan en stelt dat boven uw plicht als notaris.” De notaris zuchtend: “Hoe komen we hier uit!” Ik zei: “Ik heb met u te doen. Laten we het houden op Hij leve hoog! Hij leve hoog! En vertrouwen op de goede afloop.”



Emblematiek

Politiek Posted on Mon, May 22, 2017 14:42:57

DE BEVRIJDENDE HOOFDDOEK

In wat voor vreemde wereld leven wij? Ooit zag ik de film The nightporter, waarin na de oorlog een joodse vrouw haar vroegere kampbeul terugziet en maar één verlangen heeft, met hem teruggaan naar die tijd. Tegenwoordig krijg ik hallucinerende dromen. Laatst in zo’n droom zag ik een agent met een swastika op lopen. Ik sprak hem er op aan en hij zei: “ik heb nu dienst, maar daarna wil ik het u wel uitleggen”. En in het café vertelde hij mij het volgende:

“Toen de vrouwelijke moslimagenten in Amsterdam een hoofddoek mochten dragen was dat voor velen een zwarte dag. Maar voor mij niet. Niet dat ik met dat geloof iets heb, het was om andere reden. Ikzelf als agent had heimelijke genoegens waar ik niet mee voor de dag durfde te komen. Ik droomde ervan in uniform over straat te lopen met een swastika. Er werd wel gezegd dat die swastika stond voor onnoemelijk veel leed en daarom mocht het ook niet. Maar met die hoofddoek had ik een punt. Die moslimagenten met een hoofddoek beleven de strijd met hun zusters die moeten verblijven in gevreesde oorden. Met opgeheven hoofd dragen zij hier dezelfde last. Ik begrijp die vrouwen. Ikzelf begeerde de swastika. De swastika als embleem voor het leed dat de mensheid moest dragen. Hoeveel mannen zijn er niet trots op geweest daarmee rond te lopen! Een tinteling ervoer je bij zoveel macht. Je werd gevreesd, zelfs zonder die doodskop erbij. En die swastika gaf dat broedergevoel. Want die jongens hebben natuurlijk wel het een en ander te verduren gehad. Dat wordt tegenwoordig uit het oog verloren. Maar zegt u, die swastika is toch iets anders dan een hoofddoek? Ja uiterlijk wel, maar innerlijk niet. Daar moesten de hoge heren mij gelijk in geven toen ik een beroep deed op gelijke behandeling.”

Toen ik wakker werd leek het een boze droom die geen werkelijkheid was. Tot ik op straat er eentje zag rondlopen.



Pamfletterie

Literatuur Posted on Sun, April 30, 2017 11:28:52

SPEURTOCHT VOOR SCHRIFTGELEERDEN

Ooit in het jaar 1990 verscheen er een pamflet getiteld De ondergang van Nederland – Land der naïeve dwazen door ene Mohamed Rasoel. Velen hebben zich suf gepiekerd wie daar achter zou zitten. Want de schrijversnaam kon niet echt zijn, moest ontleend zijn aan de islamitische spreuk La illa la il Allah, Mohamed Rasoel Allah, oftewel er is maar één God en Mohamed is zijn profeet. Niet dat Mohamed Rasoel, als men het pamflet leest, veel op heeft met die wijsheid. Het biedt een aaneenschakeling van hoe de nette behoorlijke Nederlander zichzelf voortdurend in de voet schiet, zo dat het lachwekkend, schrijnend wordt. Rasoel bestempelt de Nederlander als dwaas, naïef. En in wezen is dat nog zwak uitgedrukt. Want er is een nog kwalijker uitleg denkbaar over die Nederlander. Namelijk de Nederlander die het dan wel opneemt voor de hulpvragende vreemdeling aan de poort, maar dit doet uit berekening, omdat ook hij zich slachtoffer voelt, door wilszwakte, onvermogen iets te ondernemen en zich klein maakt om een ander de kastanjes uit het vuur te laten halen. Hij ziet die vreemde als gelijke, als medestander in de strijd om het bestaan die beiden uit de weg gaan.

Hoe dat ook zij, Mohamed Rasoel voorspelt onheil door zoveel gebrek aan inzicht en wilszwakte. Het is niet toevallig dat het pamflet in 1990 grote beroering wekte en dat het de veronderstelde schrijver, ene Zoka Mansoor A., een uit Pakistan afkomstige revue artiest, op een veroordeling wegens aanzetten tot haat op grond van ras of geloofsovertuiging kwam te staan. De sfeer in het land was dusdanig dat men zich gekrenkt moest voelen, bij de zuiveren van geest omwille van de vluchteling, bij de berekenende Nederlander door het gevoel zich in de kaart te hebben laten kijken.

Het is niet daarom dat ik dit stukje schrijf. Neen, het gaat hier om de vraag wie het pamflet werkelijk geschreven heeft. Dat Zoka Mansoor A. het helemaal alleen heeft geschreven kan ik niet aannemen. Daarvoor is de stijl te wisselvallig, hier en daar literair en scherpzinnig, met een kennis van zaken die men van een revue artiest niet kan verwachten. Ene W. Drees uit ’s-Gravenhage schreef naar aanleiding van een bericht in de NRC een ingezonden brief, geplaatst op 9 november 1990. Hij neemt stelling tegenover de mening van de taalkundige prof. T.A. van Dijk dat Gerrit Komrij de schrijver zou zijn, hetgeen de laatste verontwaardigd ontkende. Eerlijk gezegd zou ook mij dat verbazen, want Gerrit Komrij meen ik te kennen als een letterkundige die als zoveel van zijn soortgenoten zich kon laten verblinden door het geweeklaag. Zonder het pamflet te kennen formuleert W. Drees behoedzaam dat naar zijn mening Gerrit Komrij niet de schrijver kan zijn. Drees kent Komrij niet, maar Rasoel wel, die allochtoon is, geen perfect Nederlands spreekt en onvoldoende kennis van de Nederlandse instituties heeft. Drees meent aan de hand van de persberichten dat het motief van Rasoel is de waarschuwing tegen onverdraagzaamheid, tegen fundamentalisme.

Allereerst, wie was deze W. Drees? Hij zou de zoon dan wel de kleinzoon van de grote Drees kunnen zijn. De zoon als leider van de teloorgegane politieke partij DS ’70 die zich verzette tegen het verloederde socialisme, ofwel de kleinzoon, natuurkundig en theologisch geschoold. Bij mij kwam even de gedachte op dat deze Drees zelf de auteur van het geschrift zou kunnen zijn geweest, maar verwierp dat onmiddellijk. Het geslacht Drees kenmerkte zich door gedegenheid, behoedzaamheid, wars van strapatsen.

Er was eens in Nederland een pamflettist die zich bediende van zoveel schuilnamen dat zijn slachtoffers wel in de war moesten raken en dat was natuurlijk ook de bedoeling. Piet Grijs, Stoker, Raoul Chapkis, Battus, Victor Baarn, Batticus, Hugo Battus, Dolf Cohen, Maaike Helder, Peter Malenkov, Talisman en dat is nog maar een fractie van zestig of zeventig andere schuilnamen waarvan hij zich bediende. Ik herinner mij dat Battus de toenmalige minister president Biesheuvel niet kon uitstaan vanwege diens walgelijke operettehoofd. Ook Piet Grijs maakte het zeer grijs en zo verder. Zelf vond ik dat deze pamflettist eruit zag als een aan het celibaat ontsnapte priester met de verholen blik of hij daar wel goed aan gedaan had. Misschien dat hij daardoor zulke fletse kinderen kreeg. Beiden traden dan wel in de voetsporen van de vader, echter hun bespiegelingen over het leven smaken naar slappe thee.

Maar de vader vermoordde de loopbanen van de criminoloog Wouter Buikhuisen en de rechtsfilosoof Paul Cliteur. Hij doet denken aan de linkse rakkers na de oorlog die voor Moskou de poort openden, maar schielijk hun waffel hielden zodra uitkwam dat ze in de oorlog fout geweest waren. En men moet er bewondering voor hebben dat Piet Grijs het zo wist te klaren dat niemand op de gedachte kwam hem aan te geven voor aanzetting tot haat, alhoewel Buikhuisen als gevolg van diens aanvallen te maken kreeg met bommeldingen, zijn oratie werd verstoord en hij met de dood werd bedreigd. Ook Cliteur voelde zich door zijn opiniestukken bedreigd, als ook door die van Marcel van Dam en Thijs Wöltgens.

Er heerst een gespleten geest in Nederland. De één mag aanzetten tot haat, omdat het politiek correct is. De ander mag het niet, omdat de waarheid verdraaid mag blijven worden. De in Oost Duitsland onder het Stasi bewind levende protestzanger Wolf Bierman zou hiermee uit de voeten hebben gekund, die in zijn liederen de moraal vertolkte waarvan hij over zijn nek ging.

Het is maar een gedachte. Het raadsel van Mohamed Rasoel blijft onopgelost, misschien is het Piet Grijs geweest die het schreef, om zijn geweten te sussen.



Kleding

Literatuur Posted on Thu, March 30, 2017 16:49:31

HOOFDDOEK

 

Zag gisteren bij Pauw op de teevee een vrouw met een hoofddoek. Op gevaar af hiermee aanstoot te geven wil ik kwijt mij hier zorgen over te maken. Ik weet dat politici ons willen dwingen dat normaal te vinden, maar bij mij kan het er niet in. Die vrouw had een hoofddoek zo strak om haar hoofd gebonden dat ze er wel in kon smoren. Ze zat naast een professor die ging over de veiligheid en die zei dat er veel meer radicale jongeren waren dan we dachten. Die vrouw was een soort sociaal werkster binnen de moslimgemeenschap en probeerde jongeren daar te behoeden voor verkeerde gedachten. Men zegt wel en dat zei die mevrouw met die hoofddoek ook dat radicalisering niets met de islam te maken heeft en dat ook vele moslims het slachtoffer zijn. Ik ervaar dat toch als een belemmering van de vrije gedachte want radicalisering komt eigenlijk alleen onder moslims voor. Radicalisering, moordzucht tegenover andersdenkenden is het resultaat van een aantal omstandigheden. Allereerst het geloof zelf dat zoiets moet rechtvaardigen. Dat doet de koran ook al willen geletterde moslims daar over heen lezen. Verder de aanwezigheid van machtswellustelingen die aan hun genot komen door te onderdrukken en in het zich gekleineerd voelen het middel zien tot het oproepen van wraak tegenover critici. Verder het analfabetisme, de ongeletterdheid, de slaafse navolging door het onvermogen te kunnen oordelen.

Waarom droeg die vrouw bij Pauw, die toch zou moeten kunnen oordelen, die afschuwelijke hoofddoek? Ik breek me daar het hoofd over. Ze wordt daartoe gedwongen of ze wil het zelf. Als ze het zelf wil weet ze dat het in ons land aanstoot geeft. Ik kan me niet voorstellen dat die hoofddoek gedragen werd om zich tegen de kou te beschermen. Integendeel, in die warme omgeving van dat praatprogramma moest die hoofddoek toch al gauw verstikkend worden. Dat het met zo’n hoofddoek niet prettig zit leren ook onze koninginnen die in het Midden Oosten met zo’n ding op lopen terwijl ze dat hier wel nalaten.

Ik dacht toen als die mevrouw het zelf wil en het heeft geen nut, dan is het om te laten zien hoe je je behoort te kleden. Sociale dwang dus. Men kan tegenwerpen dat het onschuldig was, zoiets als klederdracht of een clubuniform. Toch werd mijn ongerustheid er niet minder door want het gezegde ’s lands wijs ’s lands eer gold bij ons niet meer. Tot ik op een bevrijdende gedachte kwam. Misschien was zij undercover.



Verkiezingen

Politiek Posted on Thu, March 09, 2017 16:23:08

ALLEMAAL VAN HETZELFDE

Gisteren was het weer aandacht voor de verkiezingen op de teevee. Wat mij opviel was dat de politici van links naar rechts en andersom het allemaal steeds over hetzelfde hadden, de zorg, het pensioen, de werkgelegenheid, de bonussen, het milieu en het racisme. Maar waar het werkelijk om gaat komt in de politiek nooit aan bod. Dat is de religie als ondermijnende factor van de democratie en de ongebreidelde consumptiedrift van de mens waar de planeet aan ten onder gaat.

Bij Jesse Klaver zag ik ook geen aanzet tot beheersing van de consumptie, dus dat groene lijkt een wassen neus. Hij wil een milieubelasting waardoor autorijden duurder wordt en geeft dat terug aan de werkenden. Gaan die dan minder autorijden? Jesse Klaver spiegelde zich aan Kennedy om diens mediamieke uitstraling. Maar los van de glamour die om deze president hangt moet helaas vastgesteld worden dat hij juist door zijn naïviteit Chroestjev wist te verleiden tot het Cuba avontuur en achteraf niet de geweldige staatsman is gebleken waarvoor hij moet doorgaan. Bij het optreden van Jesse Klaver moest ik denken aan een ongeleid projectiel waarvan mijn grootmoeder kon zeggen ‘hardlopers zijn doodlopers’. Dus Klaver, oppassen in het verkeer!

Er was wederom veel aandacht voor de zogenaamde achterstelling van vrouwen. Dat is een verkeerde aandacht. We weten inmiddels dat vrouwen de kar niet willen trekken omdat het niet leuk is. Het gaat dus niet om achterstelling maar om gebrek aan verantwoordelijkheid.

Sharon Dijksma snapte niet waarom de kiezers geen waardering kunnen hebben voor het kabinetsbeleid dat de financiën weer op poten heeft gekregen. Snapt zij nou werkelijk niet dat als je maar rijk genoeg bent er heel andere zorgen zijn? Namelijk dat die rijkdom je wordt afgepakt. Die rijkdom is natuurlijk de Nederlandse identiteit, maar dat moeten we Sharon Dijksma nog maar eens uitleggen. Wat ik van Sharon Dijksma ook niet snapte was dat er op de zorg niet bezuinigd hoeft te worden omdat het zo goed gaat in Nederland. Maar dan kunnen de mensen het toch gewoon zelf betalen?

Marianne Thieme kwam in het nauw door een heel boze >mevrouw die op haar had gestemd vanwege de dieren en nu bleek Thieme tegen de antikraak wetgeving. Mevrouw Thieme kan zich beter niet begeven op haar onbekend terrein. Kraken is een vorm van eigenrichting dat haaks staat op onze rechtsstaat en leidt tot ontwrichting van de samenleving. Misstanden zullen op een andere manier opgelost moeten worden, bijvoorbeeld door het leerstuk misbruik van recht.

Dat was het weer even. Gelukkig heeft Wilders voor vanavond op de teevee afgezegd. Eindelijk rust!



Democratie

Politiek Posted on Wed, March 08, 2017 16:29:45

POLITIEK EN GELOOF

 

In de aanloop naar de verkiezingen valt op de teevee veel te beleven. In Pauw en Jinek wist Jeroen Pauw te melden dat de PvdA vroeger de Partij voor de Arabieren of de Partij voor de Allochtonen was, maar dat die aanhang zich nu afwendt omdat de partij niet voor hun cultuur en religie zou opkomen. Het legt iets bloot van de beginselen van een partij die ooit is ontstaan uit een beweging die weinig ophad met religie, omdat het opium voor het volk was. Die beginselen hadden dus plaats gemaakt voor een ander beginsel ‘het doel heiligt de middelen’ en dat was de greep naar de macht. Dat zoiets verkeerd uitpakt is natuurlijk sneu. Maar heeft Nederland iets op met een partij die naar believen z’n jasje omdraait?

Ik zag ook Nieuwsuur waar de voorman Gert-Jan Segers van de Christen Unie te zien was. Hij was eerder zendeling in Egypte en erkende dat de islam de menselijke vrijheid geweld aandoet. In islamitische landen is het niet toegestaan te kiezen voor een ander geloof. Als christen keurde hij om die reden de islam af, maar vond als politicus dat de islam een godsdienst was die in Nederland viel onder het grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid.

In de koude oorlog bestond ook een dergelijk dilemma. Moest het communisme dat strijdig was met de democratie verboden worden of mocht het delen in de vrijheden van die democratie? Voor de islam geldt hetzelfde. De islam erkent geen democratie en is waar het kan een politieke beweging die diep ingrijpt in het privéleven van de burger op het gebied van familierecht, seksualiteit en voortplanting, maar schuwt ook andere vrijheidsberovende maatregelen niet al naar gelang het de machthebber uitkomt, die zich voor de rechtvaardiging daarvan beroept op de onzichtbare die hij zegt te vertegenwoordigen.

Het communisme werd gedoogd in Nederland. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Van belang daarbij is dat de oorspronkelijk communistische leer van Karl Marx niet in beginsel antidemocratisch was. Het ging ervan uit dat de bovenlaag zou instorten door de werking van de economie en niet door druk van boven- of onderaf. Ook in Rusland, waar na de in 1905 verloren oorlog tegen Japan het fiasco van het tsaristische bewind zich aftekende en de sovjets, raden van allerlei belangengroeperingen, ontstonden, in 1914 de Tsaar aftrad en Kerensky minister president van de antitsaristische regering werd, was het communisme niet antidemocratisch. Het wilde uit pragmatische overwegingen samenwerken met andere burgerlijke bourgeois partijen. Alleen de bolsjewistische splinterpartij was het daar niet mee eens en kon de macht grijpen omdat het als enige partij zich al vanaf 1905 minutieus onder leiding van Lenin en in mindere mate Trotsky had voorbereid op een staatsgreep en de burgeroorlog die zou volgen.

Het dilemma met het communisme en dat met de islam lijken op elkaar. Toch zijn er verschillen. Het communisme moest in Nederland zijn weg vinden onder geboren en getogen Nederlanders, opgegroeid in een Nederlandse traditie met herinnering aan aloude Nederlandse gebruiken. Dat is met de islam volstrekt anders. Dat is geen geloofsrichting die de harten van Nederlanders heeft kunnen beroeren omdat het een alternatief zou bieden voor een ander bestel. Integendeel, de islam bestaat in Nederland uitsluitend en alleen door de import van allochtone analfabeten. Het verschil in risico lijkt mij hiermee verklaard.

 



Onvrede

Filosofie Posted on Tue, March 07, 2017 14:57:18

WELVAART

 

We volgen de politiek en zagen gisteren op de teevee minister president Mark Rutte met razende Groningers die zich letterlijk de grond onder de voeten zien wegvallen. Die razernij over wegzakkende grond snapte iedereen, maar niet waarom iedereen in Nederland zo boos is op de politiek. De premier probeerde tegengas te geven met de verklaring dat het juist zo goed gaat in Nederland en er banen te over zijn. Jan Marijnissen probeerde het ongenoegen te verklaren door de bezuinigingen in de zorg en een economiemevrouw door de bezuiniging op de bijslag. Het was een dilemma waar men niet uit kwam.

Ik denk dat ik het wel weet. Het is de welvaart en niet de armoede die ongelukkig maakt. Armoede dwingt de mens tot wilskracht en welvaart sloopt het. Zeker zo’n zestig jaar geleden zag ik als kleine jongen in de bioscoop een korte Franse voorfilm. Je zag een jongetje alleen spelen op het erf van een boerderij. Toen hij de deel binnenging zag hij daar een vriendelijke grijsaard die hem welwillend aanzag. Het jongetje vroeg: “Qui ȇtes vous?” De grijsaard antwoordde: « Je suis le Bon Dieu » . Het jongetje verwonderd: « Vous ȇtes le Bon Dieu?” En meer opgewonden: « Est ce que vous pouvez guérir grand père qui est dans la chaise roulante? ». De grijsaard: « Mais oui, bien sûr, naturellement, je suis le Bon Dieu. » Het jongetje: « Viens avec moi. » En het jongetje trok de grijsaard mee naar de huiskamer waar opa in een rolstoel zat te dommelen. De grijsaard stapte op hem en zei: “Alors marchez, vous pouvez marcher maintenant.” En gooide hem de rolstoel uit waarna opa het verschrikt op een lopen zette. Het jongetje had alles stomverbaasd gadeslagen, rende naar buiten en gilde in het rond: “Maman, Papa!! Le Bon Dieu est venu, il a guéri grandpère!!” Verschrikt kwamen de ouders aangerend en gingen het huis binnen, waar opa weer in de rolstoel zat maar de grijsaard in geen velden of wegen was te bekennen. De laatste scène van de film was waar buiten twee verplegers de weerspannige grijsaard een ambulance induwden.

De herinnering aan die korte film kon niet toevallig zijn opgekomen. Het was niet alleen de vergelijking met de wonderen die Jezus verrichtte, de opstanding van Lazarus, de verlossing van het boze, maar natuurlijk ook het wonder dat het jongetje beleefde en opa die het anders zag. Ik sprak ooit met iemand die in een verzorgingshuis een op krachten komende patiënt had bezocht en van mening was dat veruit de meesten daar in een rolstoel gewoon konden lopen.

Wie kunnen er met de welvaart omgaan, zodat het zich niet tegen je keert, door verlies aan zelfbeheersing, zelfredzaamheid en klagen een aangenaam tijdverdrijf is geworden?



« PreviousNext »