Blog Image

Celeste Lupus

Over dit weblog

Celeste Lupus schrijft over: literatuur, politiek, filosofie, recht, economie en wetenschap.

Onvrede

Filosofie Posted on Tue, March 07, 2017 14:57:18

WELVAART

 

We volgen de politiek en zagen gisteren op de teevee minister president Mark Rutte met razende Groningers die zich letterlijk de grond onder de voeten zien wegvallen. Die razernij over wegzakkende grond snapte iedereen, maar niet waarom iedereen in Nederland zo boos is op de politiek. De premier probeerde tegengas te geven met de verklaring dat het juist zo goed gaat in Nederland en er banen te over zijn. Jan Marijnissen probeerde het ongenoegen te verklaren door de bezuinigingen in de zorg en een economiemevrouw door de bezuiniging op de bijslag. Het was een dilemma waar men niet uit kwam.

Ik denk dat ik het wel weet. Het is de welvaart en niet de armoede die ongelukkig maakt. Armoede dwingt de mens tot wilskracht en welvaart sloopt het. Zeker zo’n zestig jaar geleden zag ik als kleine jongen in de bioscoop een korte Franse voorfilm. Je zag een jongetje alleen spelen op het erf van een boerderij. Toen hij de deel binnenging zag hij daar een vriendelijke grijsaard die hem welwillend aanzag. Het jongetje vroeg: “Qui ȇtes vous?” De grijsaard antwoordde: « Je suis le Bon Dieu » . Het jongetje verwonderd: « Vous ȇtes le Bon Dieu?” En meer opgewonden: « Est ce que vous pouvez guérir grand père qui est dans la chaise roulante? ». De grijsaard: « Mais oui, bien sûr, naturellement, je suis le Bon Dieu. » Het jongetje: « Viens avec moi. » En het jongetje trok de grijsaard mee naar de huiskamer waar opa in een rolstoel zat te dommelen. De grijsaard stapte op hem en zei: “Alors marchez, vous pouvez marcher maintenant.” En gooide hem de rolstoel uit waarna opa het verschrikt op een lopen zette. Het jongetje had alles stomverbaasd gadeslagen, rende naar buiten en gilde in het rond: “Maman, Papa!! Le Bon Dieu est venu, il a guéri grandpère!!” Verschrikt kwamen de ouders aangerend en gingen het huis binnen, waar opa weer in de rolstoel zat maar de grijsaard in geen velden of wegen was te bekennen. De laatste scène van de film was waar buiten twee verplegers de weerspannige grijsaard een ambulance induwden.

De herinnering aan die korte film kon niet toevallig zijn opgekomen. Het was niet alleen de vergelijking met de wonderen die Jezus verrichtte, de opstanding van Lazarus, de verlossing van het boze, maar natuurlijk ook het wonder dat het jongetje beleefde en opa die het anders zag. Ik sprak ooit met iemand die in een verzorgingshuis een op krachten komende patiënt had bezocht en van mening was dat veruit de meesten daar in een rolstoel gewoon konden lopen.

Wie kunnen er met de welvaart omgaan, zodat het zich niet tegen je keert, door verlies aan zelfbeheersing, zelfredzaamheid en klagen een aangenaam tijdverdrijf is geworden?



Woorden

Filosofie Posted on Wed, March 01, 2017 16:28:03

LOSLIPPIGHEID

Ogenschijnlijk nietszeggende woorden kunnen de spreker verraden. Zo herinner ik mij een raadsheer die de in de zittingszaal aanwezige partijen monsterde en na raadpleging van het dossier lichtelijk ontdaan vroeg of zij in waren voor een schikking. Nadat zoiets door één van hen verontwaardigd van de hand was gewezen mompelde hij: ‘ik heb mijn best gedaan.’ Daarop zei hij met een grafstem: ‘ik heb alles gelezen’ en bepaalde een datum voor het arrest. Toen ik van de beslissing vernam drong het nog niet tot mij door. Pas nadat ik bekomen was van de uitslag, de raadsheer had de partij die niet wilde schikken genadeloos het ongelijk gegeven, kwam het heldere licht. Op de zitting had raadsheer twee zaken duidelijk gemaakt. Dat hij alles had gelezen was uitzonderlijk geweest en verder dat hij zoiets verschrikkelijks niet eerder was tegengekomen.

Ik herinner mij dat nu weer na het kijken naar de teevee gisteren waar de politicus Alexander Pechtold van D’66 zich uitliet over het multiculturele drama. Dat uitlaten hield in dat hij het anders zag. Zijn woorden waren een demonstratie van spreekkunst in de overtuiging dat iemand die zo kan spreken wel geloofd moet worden. Helaas versprak hij zich en vermelde terloops dat hij als politicus natuurlijk al in het begin van de jaren negentig wist van de onevenredig hoge criminaliteitscijfers van allochtone jongeren. Maar het moest duidelijk zijn dat je zoiets niet aan de grote klok kon hangen. Een goed verstaander begrijpt, deze politicus is naïef, dan wel heeft een dubbele agenda.

Ook de politicus Emile Roemer doet van zich spreken. Zo laat hij zich zien als een volleerd bokser slaande tegen een boksbal en hanteert de verkiezingsslogan ‘Pak de Macht’. Terwijl de politicus Alexander Pechtold zich opwerpt als minister president voor alle Nederlanders laat Emile Roemer alvast weten dat wat hem betreft velen door het stof zullen moeten.

Het optreden van de voorman van Denk, de van de Partij van de Arbeid afgesplitste partij, is ook opmerkelijk. Deze voorman wiens naam niet zo gemakkelijk in de Nederlandse spelling is uit te drukken en die ik gemakshalve maar ‘de Turk’ noem (voor hen die dit diffamerend vinden, Raymond Westerling werd ook zo genoemd), wist te melden dat beloftes van Kamerleden gedaan in de moskee in het parlement niet waren nagekomen. Wat deze Turk betreft wordt dus de volksvertegenwoordiging in de moskee voorgekookt. Hij leek overtuigd dat alle Nederlanders hier begrip voor hadden. In de psychiatrie staan dit soort verschijnselen ook bekend als ‘wanen’.

Tot slot een kleine anekdote over de nestor van de partij D’66 die het politieke bestel wilde opblazen, Jan Terlouw. Wat hij van de monarchie vond? Het strookte natuurlijk niet met het partijprogram, maar ja het ging eigenlijk best goed. Zo zie je maar hoe je in dit vrijgevochten land snel weer een lakei kunt worden.



Gratie

Recht Posted on Mon, January 09, 2017 16:36:23

Jacqueline Sauvage

In Frankrijk is Jacqueline Sauvage wegens moord op haar man Norbert Marot, die zij op 10 september 2012 met een jachtgeweer in de rug had geschoten, tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld, zowel in eerste instantie als ook in hoger beroep. Evenwel op 28 januari 2016 heeft François Hollande haar gratie verleend en is zij onmiddellijk in vrijheid gesteld. Haar zaak had in Frankrijk veel media aandacht gekregen, met name van vrouwenbewegingen die streden tegen la violence conjugale, het huiselijk geweld door mannen. Bekende figuren als de actrices Eva Darlan en Anny Duperey, de vrouwelijke burgemeester van Parijs Anne Hidalgo, de politici Daniel Cohn-Bendit en Jean-Luc Melanchon ondersteunden het verzoek om gratie. Volgens haar eigen zeggen had Jacqueline Sauvage meer dan 20 jaar geleden onder de tirannie van haar echtgenoot. Na haar vrijlating verscheen Jacqueline Sauvage op de tv vergezeld van haar beide advocaten om haar verhaal te doen in het avondjournaal. Deze 70-jarige vrouw zag er vooral opgelucht, zelfs wat opgeruimd uit, zeker niet uit als een vrouw die zolang onder huiselijk geweld had geleden.

Tot mijn aanvankelijke verbazing zette mijn gesprekspartner grote vraagtekens bij deze gratieverlening. Toch begreep ik wat ze bedoelde. Die vrouw had haar man in de rug geschoten, kennelijk op een onverdacht moment, in koelen bloede. Die meer dan 20 jarige mishandeling was geen rechtvaardiging. Zij had bij haar man weg kunnen gaan, steun zoeken bij hulpverleners. Als haar daad gerechtvaardigd zou worden liepen de levens van veel mannen gevaar. Zo moesten ook de rechtbank en in hoger beroep het gerechtshof geoordeeld hebben. Maar was het niet zo dat een vrouw die leeft onder de terreur van een man het idee krijgt zolang hij leeft is mijn leven niet zeker? Kortom moord als légitime défense, gerechtvaardigde verdediging. Waar kan zo’n vrouw heen met haar kinderen? Justitie kan de man straffen en een enkelband laten dragen. Maar tegen vastbesloten types die zich zo hun speelgoed ontnomen zien is weinig kruid gewassen. Zo moeten ongeveer de bekende figuren die de media aandacht ontketenden en 340 000 handtekeningen voor haar vrijlating wisten te verzamelen erover gedacht hebben.

Norbert Malot was zeker volgens getuigen een man met woedeuitbarstingen, rap met beledigingen en geneigd tot geweld, ook bang voor de justitie. Maar ook Jacqueline Sauvage schuwde het geweld niet. Getuigenissen meldden dat zij aan een man een oorvijg had uitgedeeld en dat zij het liefje, de maitresse van haar man destijds, opjoeg met een jachtgeweer naar het stadhuis. Het gevangenispersoneel beoordeelde haar als gemeen, méchant, en autoritair. Volgens de openbare aanklager was zij een vrouw met karakter, intelligent, een vrouw die altijd in het transportbedrijf van haar man gewerkt had, ze kon haar woordje doen, zich wreken op het liefje van haar man, haar buurvrouw beledigen en ze gaf er blijk van in staat te zijn tot geweld. Het medisch onderzoek had niets laten zien van mishandelingen die zij beweerde te hebben geleden. Ook de buren hadden nooit mishandelingen bij de vrouw opgemerkt. De dochters ondersteunden het verhaal van hun moeder, maar hun constateringen werden niet gestaafd met feiten. Verschillende getuigen, waaronder de broer van Jacqueline Sauvage, bevestigden dat zij nimmer de beweerde mishandelingen door Norbert Malot hadden gezien. Op 10 september 2012, de dag van de moord, hadden Jacqueline Sauvage en haar man ’s ochtends onenigheid over hun transportbedrijf. Om 13.30 uur zou ze zijn gaan slapen. Om 16.00 zou ze plotseling gewekt zijn door haar man om eten te maken. Hij zou haar toen hebben bedreigd, geslagen en een ketting van haar hebben afgerukt. Behalve een snee op haar lip kon het medisch rapport geen andere sporen van geweld op haar lichaam aantreffen. Voor de geplande middagslaap van vijf uur zou ze medicijnen hebben ingenomen. Echter het medisch onderzoek trof geen sporen van medicijngebruik aan. In het huis van bewaring had ze verklaard naar beneden te zijn gegaan om patronen voor haar geweer te halen. Voor de rechtbank verklaarde ze de patronen uit haar zakken te hebben gehaald, overgebleven van een jachtpartij. Zij zou om 16.00 uur de schoten hebben gelost, dus kennelijk vrijwel direct nadat ze door haar man gewekt was. Echter de schoten waren door de buren gehoord om 19.20 uur. Bovendien verklaarde een buurvrouw Norbert Malot die middag nog om 17.30 te hebben gezien. Jacqueline Sauvage beweerde de drie schoten gelost te hebben met de ogen dicht, wat vreemd is voor een ervaren jaagster, welke zij was.

De behandeling in de media en de gratieverlening door François Hollande hebben de woede gewekt van advocaten, magistraten en rechtsfilosofen. De advocaat Régis de Castelnau hekelt de cultus van ‘onschuldige schuldigen’ georkestreerd door de media, als de kippen erbij om justitiële beslissingen te bestrijden zonder de moeite te nemen de juridische dossiers te lezen. Hij beschouwt de gratieverlening als een belediging van de onafhankelijke rechtspraak. De advocate Florence Rault, gespecialiseerd in zaken van sexueel misbruik van minderjarigen, wijst eveneens de media behandeling af met het oogmerk het feminisme te steunen dat zich ziet als slachtoffer en zo bevestigd te krijgen de onmogelijkheid van geweld door vrouwen. Zij wijst op de afwezigheid van een medisch rapport dat de beweerde mishandelingen aantoont. Zij verbaast zich over de aantijgingen van de drie dochters over het sexueel misbruik door hun vader, die ze waren vergeten maar zich na dertig jaar plotseling weer haarscherp kunnen herinneren. De magistraat Philippe Bilger noemt het onbegrijpelijk dat tijdens de 47 jaar van mishandeling er nimmer een reactie van Jacqueline Sauvage is gekomen. De filosoof Robert Redeker bestempelt de gratieverlening als een belediging van de democratie ingegeven door een ideologie van slachtofferschap. De filosoof Michel Onffray zet eveneens grote vraagtekens bij de gratieverlening, die justitiële beslisssingen terzijde schuiven, wat de weg opent naar een recht op zelfverdediging om naar eigen believen geschillen te vereffenen. De vereniging van de magistratuur toont zich verontwaardigd over de gratie, in weerwil van een dubbele veroordeling, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. Volgens de secretaris generaal Marie-Jane Ody wordt door de gratieverlening al het juridische werk uitgegumd. President Hollande had eerder een gedeeltelijke gratie verleend door een voorwaardelijke invrijheidstelling op gezag van de rechterlijke macht mogelijk te maken, welk verzoek daartoe door de rechter werd geweigerd. Marie-Jane Ody verzucht: ‘Alle dagen van het proces zijn naar de prullebak gegooid door een lid van de uitvoerende macht, die ingrijpt na slechts een comité van ondersteuning te hebben gehoord’. Zij pleit voor het schrappen van deze mogelijkheid van presidentiële gratieverlening, een overblijfsel uit het royalistische tijdperk, onverenigbaar met de democratie en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

Wat heeft president Hollande bewogen tot deze beslissing, welke inderdaad na kennisneming van de details strijdt met de wezenselementen van een behoorlijke rechtspleging? De feiten spreken in het nadeel van Jacqueline Sauvage. Haar zaak is niet te vergelijken met die van Alexandra Lange, die haar man doodstak terwijl hij bezig was haar te wurgen en Alexandra Lange werd vrijgesproken wegens légitime défense, het recht op zelfverdediging. De ondersteuning die Jacqueline Sauvage kreeg baseerde zich in haar geval op dat recht op zelfverdediging. Maar zij schoot haar man met drie kogels in de rug die ze beneden was gaan halen volgens haar verklaring in het huis van bewaring, maar die vanwege een vorige jachtpartij nog in haar zak zaten volgens haar verklaring tijdens het proces. Een presidentiële gratieverlening lijkt tot de gerechtvaardigde mogelijkheden te behoren na een juridische blunder, zoals in het geval van Massimo Carlotto in Italië.

In 1976 ontdekt Carlotto het levenloze lichaam van een jonge vrouw. Voordat hij het weet, wordt hij gepromoveerd van getuige tot verdachte en moordenaar. Dat Carlotto lid is van een extreem-linkse groepering is reden genoeg om hem maar meteen schuldig te verklaren. Na een eerste veroordeling weet Carlotto het land te ontvluchten, eerst naar Parijs, en later naar Mexico. Wanneer hij besluit zijn vluchtelingenstatuut om te zetten in een vast verblijf, zij het onder een valse naam, wordt hij verraden door zijn advocaat en het land uitgezet. Ironisch genoeg komt Carlotto, terug in Italië, tot de vaststelling dat niemand naar hem op zoek is. Pas na dertien dagen wordt ergens een aanhoudingsbevel uit een lade opgedoken, en verdwijnt Carlotto terug achter de tralies. Er volgen zeven jaren van rechtszaken, brute pech en juridische blunders, alvorens Carlotto gratie wordt verleend door president Scalfaro.

In het geval van Jacqueline Sauvage lijkt daar geen sprake van te zijn. De ondersteuning van Jacqueline Sauvage berust op stemmingmakerij. François Hollande moet zich daarvan bewust zijn geweest. Anders is hij geen knip voor de neus waard. Er moeten andere overwegingen zijn geweest. Zal hij gedacht hebben de geschiedenis te kunnen ingaan als François le Juste, Frans de Rechtvaardige, na een mislukt presidentschap? Of heeft hij zich echt laten overmannen door weeklagende vrouwen, geen raad wetende met hun lotsbestemming? Helaas voor François Hollande ben ik bang dat zijn grootse gebaar gevoegd moet worden bij die andere die hem steeds verder hebben doen wegdrijven van het beeld dat hij het aantreden van zijn presidentschap voor ogen had, gelet op de woorden van destijds. Of wist hij toen ook al dat zoiets onhaalbaar was, maar hij het sprookje nog wel vijf jaar lang voor zich kon blijven uitschuiven?



John le Carré

Literatuur Posted on Tue, November 29, 2016 12:20:19

The Naive and Sentimental Lover door John le Carré

Van een vriend kreeg ik het boek dat hierboven als titel vermeld staat. Hij zag daarin overeenkomsten met mijn eigen romans, althans wat betreft het begin. John le Carré, pseudoniem van David Cornwell, beschouwde het als zijn beste boek, terwijl het veel minder succes had dan sommige van zijn andere boeken, waarvan de bekendste zijn The Spy Who came in from the Cold, Tinker Tailor Soldier Spy en Smiley’s People. John le Carré werkte vijf jaar in de Britse diplomatieke dienst, gedurende welke hij de boeken Call for the Dead, A Murder of Quality en The Spy Who came in from the Cold schreef.

Het boek The Naive and Sentimental Lover gaat niet over spionnage, zoals zijn andere boeken. Het gaat over Aldo Cassidy, een geslaagde zakenman, die fortuin heeft gemaakt met kinderwagens voorzien van een veiligheidsrem. Zijn vader, Old Hugo, een flamboyante, zijn zoon altijd nog belerende figuur, probeerde het met het uitbaten van hotels, met meer en minder succes, zoals uit het verhaal op te maken valt. Aldo Cassidy is getrouwd met Sandra, heeft met haar twee zoons Mark en Hugo, is met zijn achtendertig jaar de beminnelijke leider van zijn kinderwagenimperium, wiens woorden alleen thuis verkeerd kunnen vallen. Zodoende verzwijgt hij voor zijn echtgenote, met wie hij een plichtmatige verhouding heeft gekregen, uitstapjes gedreven door een heimelijke wens. Het boek begint met de mededeling aan zijn vrouw dat hij naar Bristol moet voor zoiets als stadsplanning, voorgevende locale politieke aspiraties te hebben. Zijn vrouw kan niet mee volgens Aldo, zij drijft immers haar kliniek, kennelijk uit liefdadigheid. In werkelijkheid bezichtigt Cassidy een manor house genaamd Haverdown, een vervallen buiten dat zijn romantische verlangens heeft gewekt. Daar ontmoet hij een duister echtpaar, Shamus en zijn bloedmooie vrouw Helen, die het kasteeltje hebben gekraakt. Shamus, een soort David Bowie achtige figuur, is een schrijver die na een writers block bij zijn uitgever Dale in ongenade moet zijn gevallen. Shamus moet in de steenrijke Cassidy zijn verlosser zien. Cassidy raakt in de ban van Shamus die hem de ogen opent en met zijn magie hem verlost van de many too many, ofwel in goed Nederlands ‘het klootjesvolk’. Shamus is de getormenteerde, gekwelde kunstenaar zoals de eenvoudige man die uit overleveringen meent te herkennen, voor wie het leven te benauwd is, zich van wet of moraal niets hoeft aan te trekken en zo ontzag afdwingt bij hem die altijd in het keurslijf heeft moeten lopen. Zo eigent Shamus zich Aldo Cassidy toe als zijn beschermheer, die zich moet voegen naar de grillen van de grote kunstenaar, de ziener, alles onder het blazoen van de grote liefde voor elkaar. Het kan niet anders dan dat zoiets uit de hand loopt. Want met de inzet van Helen als de begeerlijke vrouw, die Aldo Cassidy zijn echtgenote Sandra, the bosscow, moet doen vergeten, overspeelt Shamus zijn hand door Helen aan Cassidy uit te huwelijken.

In dit groteske verhaal, waarin Aldo Cassidy onder de bekoring, de magie van Shamus raakt, hij zich laat vernederen als kasstijding voor zijn zakelijke succes, spelen Wahrheit und Dichtung zich afwisselend af. Waarom John le Carré dit zijn beste boek vond lijkt voer voor psychologen. Groten als Nietsche, Klopstock en andere namen uit de Duitse literatuurgeschiedenis worden als Spielerei ten tonele gevoerd, waarmee het nihilisme van Shamus geduid zou moeten worden, die met zijn bizarre gedrag zijn leegheid moet verbloemen.

In de Latijnse cultuur zou een dergelijke ontwikkeling moeten uitlopen op een noodlottig drama, zoals bijvoorbeeld in de Franse film La femme d’à côté. Zelf bij het lezen van het boek dacht ik aan een afloop à la Harold Pinter, die een meester was in het verbeelden van de verborgen drijfveren in de mens. Het lijkt erop of John le Carré dat uit de weg is gegaan. Alsof hij is teruggedeinsd voor iets dat voor de hand lag. Vreemd genoeg krijgt het slot daardoor iets onbevredigends. Na zoveel onzinnig, grotesk gedrag lijkt een terugkeer naar een zekere rede niet voor de hand te liggen.

Het blijft de vraag wat John le Carré met het boek heeft willen uitbeelden. Wellicht de vraag naar de zin van het leven, die de burgerman minder te zeggen heeft, maar de gemankeerde kunstenaar zoveel te meer.



Immigratie

Politiek Posted on Sun, November 20, 2016 15:00:16

Boekbespreking ‘De piramide van Pinto’, 2016 Uitgeverij Aspekt Soesterberg

Prof. dr. David Pinto, geboren in Marokko, directeur van het Intercultureel Instituut (ICI) heeft over het immigratievraagstuk een belangwekkend boek geschreven, ‘De piramide van Pinto’ (2016 uitgeverij Aspekt Soesterberg). Hij behandelt hierin een veelheid van problemen voortkomende uit de cultuurverschillen. Soms zijn die te overbruggen soms niet. Daarvoor ontwikkelt hij de drie stappen methode. Eerst dient men de verborgen leidraad in de eigen cultuur te voorschijn te halen, te onderkennen, vervolgens kennis te nemen van de andere cultuur en als stap drie de immigrant voor te houden waar hij aan toe is en waarvoor hij kan kiezen, zich onderwerpen aan de westerse moraal, of vertrekken. Pinto geeft met een veelheid van voorbeelden aan dat de islamitische cultuur onverenigbaar is met die van de liberale westerse samenleving. Integratie zoals dat door politici wordt beoogd berust op een misvatting, het verhindert een vreedzame samenleving en leidt slechts tot geweld. De moslim kent geen vrije wil, als hij op zijn verantwoordelijkheid wordt aangesproken verschuilt hij zich in de groep en laat het groepsbelang prevaleren. Pinto ontrafelt genadeloos de verkeerde invalshoek waarmee de overheid de integratie hoopt te bewerkstelligen. Deze berust op een verkeerde beoordeling van de andere cultuur en benadert die vanuit verworven inzichten zoals die in het westen na een eeuwenlange ontwikkeling gemeengoed zijn geworden, maar die voor een moslim onbegrijpelijk zullen blijven. Zijn conclusie is dat integratie onmogelijk is, in die zin dat de allochtone moslim nimmer uit vrije wil het westerse gedachtengoed zal aanvaarden. Nederlandse normen en waarden worden geweld aangedaan zonder dat de immigrant inziet wat hij zijn gastheer aandoet. Op deze wijze vormen immigranten een levensgroot gevaar, omdat de tolerantie dan wel van de politici komt, maar niet van de allochtoon en uiteindelijk ook niet van de autochtone locale Nederlandse bevolking die met de ellende geconfronteerd wordt. De politici onderkennen dit gevaar niet, aldus Pinto. Pinto ziet maar één oplossing. Immigranten zullen op een radicaal andere wijze benaderd moeten worden. En wel volgens de driestappen methode. De immigratieambtenaar zal voldoende kennis moeten bezitten van de moslimcultuur, met name zal hij zich bewust moeten zijn dat een moslim ja en amen zal zeggen op wat hij hem voorhoudt, maar dat zoiets alleen bedoeld is om hem niet voor het hoofd te stoten en zeker niet dat de moslim aanvaardt wat hij zegt. De immigratieambtenaar zal de moslim duidelijk moeten maken dat hij weet dat hij op die manier wordt voorgelogen, om de tuin geleid wordt. De moslim moet duidelijk gemaakt worden dat zoiets hier anders opgevat wordt, zoiets hier niet is toegestaan, hij hier niet toegelaten wordt. Omdat van een moslim niet verwacht kan worden dat hij zal integreren, zijn ogenschijnlijke bereidheid daartoe heeft geen waarde omdat zijn eigen cultuur hem dat verbiedt en toestaat op dit punt te liegen, zal hem duidelijk gemaakt moeten worden dat hij zich zal moeten onderwerpen. De westerse verdraagzaamheid geldt niet tegenover onverdraagzame culturen als de zijne. Wil hij wel toegelaten worden zal hij duidelijke antwoorden moeten geven. De vragen die hij krijgt zullen rechtstreeks betrekking moeten hebben op zijn persoonlijke situatie. De vragen zullen erop gericht moeten zijn te achterhalen of de immigrant voor– of tegenstander is van bijvoorbeeld eerwraak en dergelijke met de westerse waarden botsende zeden en gewoonten. Als daar geen betrouwbaar antwoord op wordt gekregen zal dat moeten leiden tot afwijzing.

Volgens de driestappen methode van Pinto wordt zodoende de vreemde immigrant tot het inzicht gebracht dat hij een keuze moet maken, vóór Nederland of tegen Nederland. De islam is niet vredelievend, kent geen mededogen met ongelovigen. Een ogenschijnlijk vredelievend optreden tegenover rabbijnen, priesters of dominees, zoals dat in grote westerse steden voorkomt, is bedrieglijk. Het is het verbloemen van het werkelijke doel, een wereldse islamitische overheersing. Tot behoud van het Nederlandse cultuurgoed, het voorkomen van aanslagen en ook het recht in eigen hand nemen dient de immigratie te worden beperkt, salafistische moskeeën te worden gesloten en haatimans geweerd.

Ik parafraseer hiermee het boek en de methode Pinto, maar als ik het goed heb begrepen komt het daar op neer.

Mijn eigen commentaar op het boek is het volgende.

Op bladzij 45 schrijft Pinto: “Verklaar desnoods iedere discussie over religie in dit verband taboe, behoudens in het kader van wetenschap (theologie, filosofie, godsdienststudies)”. Persoonlijk ben ik pessimistischer over de religie als zodanig. Westerse religies mogen tegenwoordig verdraagzaam lijken, vroeger waren zij dat zeker niet. Zie wat dit betreft mijn opstel ‘Godsdienst als grondrecht’ geplaatst op deze weblog op 23 november 2014.

Op de bladzijden 66 en 67 heeft Pinto het over een rangorde van normen en waarden en stelt vast dat rechtvaardigheid vast en zeker belangrijker is dan discretie en betrouwbaarheid waarschijnlijk van meer belang dan openheid. Als we het hebben over westerse waarden mis ik hierin de elementen beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen als onderdelen van beschaving. Beheersing in machtsvertoon, maar ook kleinschaliger in de zin van een gezond leven leiden, de plicht het beste uit jezelf te halen.

En hier stuit ik op de zwakte in de westerse samenleving. Want niet alleen is de sociale welvaartsstaat, hoe aantrekkelijk die ook moge lijken, in wezen de oorzaak van het immigrantenprobleem, deze door mij aangehaalde westerse waarden zijn in de sociale welvaartsstaat haast loze woorden geworden. Als advocaat behandelde ik ooit een zaak van een scheepstimmerman op wiens gereedschap door de sociale dienst beslag was gelegd, in strijd met het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, dat voorzag in een beslagverbod op werktuigen van de ambachtsman. Dat wetsartikel uit de eerste helft van de negentiende eeuw had als ratio dat de ambachtsman door het beslag niet van zijn broodwinning beroofd mocht worden. De sociale dienst betoogde dat het wetsartikel achterhaald, uit de tijd was omdat er nu sociale voorzieningen waren. Als advocaat betoogde ik dat het wetsartikel wel degelijk ook voor de huidige tijd voorzag in de bescherming van de ambachtsman, die niet beroofd mocht worden van de middelen om zijn vaardigheden op peil te houden. In hoger beroep kon ik het gerechtshof voor deze gedachte winnen en won de zaak. Ik kom op deze kwestie omdat hiermee ook de zwakte van de sociale welvaartsstaat wordt bloot gelegd. De mensen worden als kasplanten die zodra de ruiten breken niet overleven. Om terug te komen op beide vermelde beschavingselementen zoals ik die zie, beheersing en de plicht het beste uit jezelf te halen, in de sociale welvaartsstaat zijn dat haast loze woorden geworden. De leus ‘ieder mens is uniek’ leidde tot een vrijbrief er maar op los te leven. Alle nadruk werd gelegd op het (stem) recht, niet op de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, niet op het feit dat het toekennen van een recht uiteindelijk altijd ten koste van iemand anders gaat, al blijft die voorlopig onzichtbaar. Zoals gezegd, in wezen is het immigrantenvraagstuk terug te voeren op de sociale welvaartsstaat. In de jaren 1950 niet lang na de oorlog ontstond er officieel werkloosheid. Maar de fabrieken konden geen arbeiders krijgen. Van de ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet werd massaal misbruik gemaakt. De westerse waarden die nu beschermd moeten worden tegenover de binnendringende immigranten hebben nimmer geleefd bij de gewone Nederlander. Techniek en discipline die de welvaartsstaat mogelijk hebben gemaakt zijn het resultaat geweest van de inspanningen van een kleine elite die het beste voor had met de eenvoudige man. De leerplicht is ingevoerd omstreeks 1900 en heeft heel lang gegolden tot de leeftijd van 14 jaar. Van de omslag van het middeleeuwse feodale denken naar de grondslagen van Montesquieu heeft de eenvoudige Nederlander geen weet. Deze leeft in de sfeer van televisieprogramma’s als Big Brother en dergelijke. Rijkdom wordt in Nederlandse ogen gezien als bedrog (wat het helaas in sommige gevallen ook is, misstanden zullen er altijd blijven), als uitbuiting en het wordt tegelijkertijd begeerd als het middel een zorgeloos bestaan te leiden. De huurdersverplichting uit het burgerlijk wetboek om als een goed huisvader voor het gehuurde te zorgen is een lachertje geworden en er is zelfs iemand gepromoveerd op de stelling dat kraken wettelijk moet worden toegestaan.

Het probleem was er dus al. Door de immigranten met een middeleeuwse achtergrond is het alleen maar erger geworden. Hoe is daar tegenop te komen? Ik zou zeggen door alleen maar rechten te geven als daar een tegenprestatie tegenover staat. Zij die geen tegenprestatie kunnen leveren hebben geen rechten maar aanspraken op zorg, ofwel in leeronderricht, ofwel in levensonderhoud. De leus ‘daar heeft u recht op ‘, bedacht door politieke stemmentrekkers die langs de deuren gingen, is te vergelijken met de boodschap van kwakzalvers die doodzieke mensen beloven hen beter te kunnen maken. Positieve grondrechten zijn uit den boze. Het doet de inspanningsverplichting verdampen. Stemrecht komt niet toe aan hen die zich niet willen voegen naar de samenleving die ze te eten geeft. Meer in het bijzonder zou ik willen zeggen, geef alleen stemrecht aan hen die de leeftijd van dertig jaar hebben bereikt en die een examen hebben afgelegd te vergelijken met het vroegere middenstandsexamen. Het zal analfabeten stimuleren hun achterstand in te halen. Zij die (nog) geen prestatie kunnen leveren hebben aanspraak op zorg in natura, niet in geld. Geld schept geen gezelligheid, die schep jezelf, ook zij die geen prestatie meer kunnen leveren. Geld is bedoeld voor hen die ermee kunnen omgaan.

Veel thema’s van Pinto komen ook in mijn romans voor, zoals de politieke correctheid vanuit het salonsocialisme en de ellende die zij daarmee veroorzaken. Aan de oplossing die Pinto biedt ter voorkoming van meerdere gruweldaden door moslims zou toegevoegd kunnen worden hier veel minder media aandacht aan te geven. Immers de terreurgroepen menen hun doel te kunnen bereiken juist door die media aandacht.

Op bladzijde 98 van zijn boek schrijft Pinto dat binnen enkele uren na de moordaanslagen door Mohammed Merah in Toulouse zo’n tweeduizend Franse moslims hun steun aan Merah betuigden. Buurtgenoten feliciteerden de moeder van Merah met de heldendaad van haar zoon en als steunbetuiging aan Merah schoot in de eerste tien dagen na de aanslag in Frankrijk het aantal antisemitische incidenten met veertig procent omhoog. Wat Pinto niet vermeldt is dat na de aanslagen door Merah, niet alleen in Toulouse maar ook in Montauban, de Franse president François Hollande op de televisie wist te melden dat de Franse moslims het eerste slachtoffer waren.

Geert Wilders wil de islam verbieden omdat het een terroristische organisatie zou zijn. Het is waar, na het lezen van het boek van Pinto, waarin de werkelijke ideologie van de islam uit de doeken wordt gedaan, kan je inderdaad moeilijk geloven aan een vredelievende organisatie. De islam heerst in 25 procent van de wereld en daar is geen enkele plek waar het rustig is. Er heerst oorlog of er vinden aanslagen plaats, alles uit naam van de islam. Ook onderling, soennieten en sjiieten bestrijden elkaar op leven en dood. Volgens het voorwoord op het boek door Floris van den Berg biedt niettemin het manifest van Pinto een alternatief voor de strategie van Wilders in de PVV, die de problemen met multiculturalisme wel aankaart, maar die niet met goede en structurele oplossingen komt. De oplossing van Pinto zou daarin liggen dat de islam immigrant gedwongen moet worden te kiezen, iets wat hij met de huidige politiek correcte opstelling, ten onrechte gebaseerd op de veronderstelling dat een islamiet westerse waarden kan aanvaarden, niet hoeft.

Het is waar, Wilders heeft geen oplossing voor het probleem. Integendeel, hij gaat het probleem uit de weg. De islamafobie weggedacht is zijn politieke programma te vergelijken met die van de SP. Een programma dat de individuele mens niet aanspreekt op zijn verantwoordelijkheden.

Het boek van Pinto verklaart de cultuurbotsing met de door hem beschreven premoderne fijnmazige F structuur, en de moderne grofmazige G structuur. Volgens inleider Paul Cliteur zou men de F structuur totalitair kunnen noemen, waarin alles geregeld is, alles vastligt. De moderne G structuur is individualistisch. De mens is vrij en wordt geacht zijn eigen keuzes te kunnen maken.

En dan bespeur ik een zekere leemte in het betoog van Pinto. Want het valt op dat het socialisme veel overeenstemming heeft met de beschrijving van Pinto van de premoderne mens. Vooral de afhankelijkheid van elkaar, de onvrijheid ofwel het onvermogen zelf initiatieven te nemen, de loketcultuur waar een ander het wel voor je zal regelen, zoals dat vooral in de lagere milieus voorkomt, heeft veel overeenkomst met de omstandigheden in een oosterse cultuur. Het is in dit opzicht niet verwonderlijk dat van socialistische zijde zoveel begrip bestaat voor de moslim en ook dat zwakkelingen zo vatbaar zijn voor de islam, voor de jihad. Het is aantrekkelijk omdat het leven een doel krijgt en jezelf geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen.

Opmerkelijk is voorts dat de verschillende situaties die Pinto beschrijft ook opgaan, zij het in sterk afgezwakte vorm, voor de verschillen tussen noordelijke en zuidelijke Europese landen, zelfs tussen Nederland en Belgie. Het lijkt erop dat de G structuur vooral heerst in landen die vroeger voor het protestantisme kozen en de F structuur in landen die katholiek bleven. Zonder een kenner van deze historie te zijn zou aldus de verlichting protestantse wortels hebben, die uiteindelijk ook de katholieke landen heeft bereikt.

Samenvattend komt het boek van Pinto op het volgende neer:

1. De islam heeft als hoofddoel het bestrijden van de ongelovige, dat wil zeggen zij die niet in de islam geloven, zich er niet aan onderwerpen. Het is niet vredelievend maar oorlogszuchtig. Het is niettemin verkeerd de aanbevelingen van Wilders te volgen omdat het niet bijdraagt aan een vreedzame oplossing van het probleem. Wèl moet de immigratie beperkt worden, salafistische moskeeën gesloten worden en haatimans geweerd. De door overheid en bedrijfsleven te volgen driestappen methode (DSM) zal de immigrant doen inzien waarvoor hij moet kiezen, zich blijven onderwerpen aan de islam en dan terug naar huis of zich onderwerpen aan het Nederlandse bestel. In aansluiting op het betoog van Pinto meen ik ook dat de immigrant zich vooral bewust moet zijn zich te moeten onderwerpen aan het Nederlandse bestel, want aanvaarden komt in zijn cultuur niet voor. Het huidige beleid van de overheid, dat begrip heeft voor het wangedrag van de immigrant vanwege zijn achtergrond, is een absolute misvatting van het probleem. Het is de oorzaak van de ellende die we over onszelf hebben afgeroepen. Het leidt niet tot integratie. Allochtonen met een moslim achtergrond kunnen niet integreren in de Nederlandse samenleving. Zij kunnen zich daar alleen aan onderwerpen en bij de juiste aanpak zullen zij dat ook doen. Ook al omdat zij gewend zijn zich te onderwerpen aan een hogere macht. Die hogere macht ontbreekt bij het huidige beleid van de zogenaamde politieke correctheid en leidt tot een vrijbrief voor misdadig gedrag.

 



Een promotie

Wetenschap Posted on Fri, October 28, 2016 13:29:48

WETENSCHAP OF OUDBAKKEN POLITIEK

Ik lees altijd met veel plezier het blad ‘Broerstraat 5’ voor alumni van de Rijksuniversiteit Groningen. Misschien komt het door mijn bèta-achtergrond, die mij als jurist altijd meer dan welkom bleef, dat natuurkunde en scheikunde mij boeien. Bij de behandeling van psychologische, maatschappelijke vraagstukken blijft na lezing soms de gedachte ‘maar dat wist ik al’. En dan stuit je plotseling op een verhandeling waarvan je denkt ‘dat kan toch niet waar zijn!’ Zo las ik in Broerstraat 5 nummer 3 oktober 2016 een artikel over Tino Buchholz, geboren in de DDR, die is gepromoveerd op een onderzoek naar betaalbare woonruimte in Amsterdam en Hamburg. Diens stelling is dat kraken uit het wetboek van strafrecht moet. Antikrakers worden uitgebuit door vastgoed cowboys. Hij constateert een afname van betaalbare woonruimte. In Amsterdam zorgen sterk oplopende huizenprijzen en een afname van betaalbare huurwoningen ervoor dat Amsterdam te koop staat en huurders de prijs betalen. Hij is verbaasd dat het niet tot verzet lijdt (ja, u leest het goed, met een lange, niet met een korte ‘ei’), maar het leidt (deze keer met korte ei) tot antikraak. Volgens deze sociaal bewogen wetenschapper laten vastgoed cowboys een pand een hele tijd te koop of te huur staan voor een utopische prijs. De bewoners, de antikrakers, fungeren als bewakers, huismeesters, schoonmakers en moeten daar ook nog 250 euro per maand voor betalen. Het is volgens Tino Buchholz niet duidelijk of het om huur gaat of niet. En als je geen dak boven je hoofd hebt ga je dit soort condities accepteren, verzucht Tino Buchholz. Hij vindt dat tricky, cynisch en ignorant. De markt maakt het mogelijk, maar er is nog geen rechter die er een fundamenteel oordeel over heeft uitgesproken. Tino Buchholz wil niet zeggen dat antikraken verboden moet worden, maar wel dat kraken wordt toegestaan. Hij voelt geen weerzin tegen (collectieve) eigendom, dat is in West-Europa misschien niet meer van deze tijd. Maar hij wil goed onderzoeken of en hoe we dat oude coöperatieve idee weer kunnen invoeren, dat we collectief kunnen wonen voor een politieke prijs.

Als advocaat weet je dat voor het achterhalen van de waarheid hoor en wederhoor nodig is. Vandaar dit stukje. Door het betoog van Tino Buchholz werd ik teruggevoerd naar het uit de vorige eeuwen bekende socialistische denken over een rechtvaardige maatschappij. De ongelijkheid moest uitgebannen worden. Achter ieder verschil werd uitbuiting gezien. De uiteenzetting van Tino Buchholz deed mij sterk denken aan de opvattingen van Proudhon.

 

Pierre-Joseph Proudhon was een Frans autodidactisch econoom en theoreticus van het socialisme in de negentiende eeuw, de eerste die zich anarchist noemde. Hij bepleitte een coöperatieve samenleving, zonder regering. In zijn boek ‘Qu’est-ce que la propriété?’ poneerde hij de stelling ‘La propriété c’est le vol’ oftewel eigendom is diefstal. Proudhon pleitte voor afschaffing van de private eigendom en de vervanging daarvan door particulier bezit en vruchtgebruik. In wezen is dat een terugkeer naar het feodale stelsel waarin de vrije burger geen eigendom en dus geen zelfbeschikkingsmacht wordt gegund. In mijn beleving vormt het gedachtengoed van Proudhon een mengeling van moralisme en economie. Ik houd dat uit elkaar omdat moraal behoort tot de oordeelsvorming die wij ethiek noemen en voor zover dat collectief beleefd wordt het gevolg is van de invloed van de groep waar men zich in opgenomen voelt. Economie daarentegen gaat over de strijd om het naakte bestaan en de daartoe aan te wenden middelen. Deze verschillende wijzen van waardering kunnen met elkaar botsen al naar gelang de omstandigheden. Als men meent dat de collectiviteit kan heersen over het waardeoordeel van het individu ontkent men het eigen geweten en de persoonlijke beleving en worden de verschillen tussen de mensen ontkend. Dat loopt uiteindelijk uit op een samenstel van leugens en verdichtsels om de redeneringen kloppend te houden, zoals de communistische en ook andere ideologieën hebben laten zien.

Om bij Tino Buchholz terug te komen, hij wil de misstanden die hij ziet uitbannen door een andere economische orde. Hij ziet daarbij echter over het hoofd dat zoiets weer andere misstanden oproept. Een collectiviteit, of het nu is een private onderneming of de publieke sector, levert naast voordelen ook risico’s op. Het gebeurt dat publieke sectoren met de overtollige middelen, als die er zijn, zich buiten hun werkgebied begeven in risicovolle transacties om daar financieel voordeel mee te behalen. De overheidssector is niet gewend financiele verantwoording af te leggen en moet regelmatig onder curatele gesteld worden. Wie zal profiteren van de oplossing zoals Tino Buchholz zich dat voorstelt? Dat zal vaak bepaald worden door het toeval. Sommigen vallen in de prijzen en anderen buiten de boot. Aan het Vondelpark in Amsterdam staan een paar sociale huurwoningen. Een paar maar, want anders zou het Vondelpark verloederen, dat had de publieke sector ook wel in de gaten. Wie mogen daar wonen? Op de woningmarkt zijn deze woningen een fortuin waard. Mij zijn gevallen bekend van lieden die op de mooiste plekjes van Amsterdam wonen zonder daarvoor een cent, figuurlijk dan, te hoeven betalen. Het is niet zo dat de collectiviteit alles voor iedereen bereikbaar maakt. Integendeel, de collectiviteit, het socialisme, schept zelf schaarste en drijft de prijzen op. Van de 375.000 woningen die Amsterdam telt, zijn er 206.000 eigendom van woningbouwverenigingen en woningcorporaties en voor het merendeel bedoeld voor de sociale verhuur. Nog eens 89.000 woningen worden verhuurd door particulieren. De rest, 80.000 woningen oftewel 21,3 procent van het Amsterdamse woningbestand, bestaat uit koopwoningen die door de eigenaren worden bewoond. Dit laatste percentage ligt ver onder het Nederlandse landelijke gemiddelde van 55 procent koopwoningen. Een aanzienlijk deel van de bewoners van die sociale huurwoningen leeft van de bijstand zonder enige bijdrage aan het maatschappelijk product. Zij die initiatieven ontplooien en in Amsterdam willen wonen zijn aangewezen op de zeer beperkte vrije goed sector met als gevolg torenhoge prijzen. Bestuurders van sociale woningbouwverenigingen, die voor de zienswijze van Tino Buchholz zouden moeten pleiten, zien daardoor hun kansen en gaan er toe over hun deel van de buit te pakken. Men kan uit naam socialist zijn, als de gelegenheid zich voordoet denkt men allereerst aan zichzelf. Eerst als de rijkdom het toelaat denkt men aan een ander. In het westen ontstond die rijkdom bij particulieren door persoonlijk initiatief en het marktmechanisme. In het communistische oosten vergaarde de partij rijkdom door de revolutie.

Aan de collectiviteit zoals Tino Buchholz dat voorstaat kleven grote nadelen. Sociale huurwoningen zoals gebouwd door Berlage, prachtige woningen, worden door sociale minderheden uitgewoond en kapot gemaakt. Zij onderhouden de woningen niet en vieren hun onderhuidse agressie bot met het vernielen van trapportaal en voordeuren. Vrij spel geven aan krakers leidt tot anarchisme en zal uiteindelijk tot dictatuur leiden, omdat anders de orde niet hersteld kan worden. Anarchisten houden van rotzooien. Zodra zij orde en netheid zien raken zij in opperste staat van razernij, een uiting van onmacht. Zij zien in orde en netheid symbolen van onderdrukking. Deze razernij kan omslaan in onderwerping aan hem die belooft wraak te zullen nemen.

Kraken kan alleen toegestaan worden in noodsituaties. Voor individuele gevallen kan dat het geval zijn. Maar het kraken uit het wetboek van strafrecht halen levert een vrijbrief op voor slechtwillenden. Het zal tegenreacties oproepen. Het is een illusie te menen dat een collectiviteit verantwoordelijkheid kan dragen zoals het burgerlijk wetboek dat ziet, die de huurder verplicht voor het gehuurde te zorgen zoals het een goed huisvader betaamt. Alleen een individu kan verantwoordelijkheid dragen, een collectiviteit kan alleen functioneren als dat niet verdwijnt. De ervaring met sociale huurwoningen leert evenwel dat eigen woningbezit de voorkeur verdient.

Tino Buchholz wil met zijn proefschrift het marktmechanisme de kop omdraaien en krakers rijk maken. Deze kersverse doctor in philosophy wil plekjes, waar iedereen wel zou willen wonen en daarom peperduur zijn, ontruimen voor hen die het niet kunnen betalen. Hebben we het over wetenschap of over een achterhaald politiek pamflet? Een proefschrift, evenals ieder ander wetenschappelijk artikel, behoort onderzoek te doen en aan de hand daarvan met nieuwe aanbevelingen te komen. Wat Tino Buchholz doet is het herhalen van oude slogans. Ik weet niet wie bij de universiteit daarvoor verantwoordelijkheid draagt, maar het maakt de wetenschappelijke waarde van sociale studies opnieuw twijfelachtig.



Geneeskunde

Filosofie Posted on Wed, October 05, 2016 16:20:13

ONHEILSAANZEGGERS

Zag laatst op de tv een bericht over geneeskundigen die met een rapport gekomen waren over de schadelijke gevolgen van alcohol. Deze deden uit de doeken wat er allemaal verkeerd aan is, welke schade het oplevert voor de maatschappij. Een psychiater met priemende ogen en een scherp veroordelende blik kon vertellen dat zelfs een glas per dag verkeerd is. Ik zou mij schuldig moeten voelen vanwege het halve litertje rode wijn, dat ik per dag drink en waar ik mij wel bij voel. Het zou mij moeten beroven van het welzijn zoals ik dat ervaar. Gelukkig hebben zij daar de macht niet voor. Integendeel, ik kwam in opstand tegen de ondertoon van de boodschap, die eiste dat wij ons leven zouden beteren. Weten zij waar ze het over hebben? Wat stellen zij zich voor van het leven, van de maatschappij? Zij richten hun aandacht op één punt, de schadelijke werking van alcohol. Willen ze het verbieden? We hebben de gevolgen daarvan gezien tijdens de drooglegging in de Verenigde Staten. Nu al is het zo dat tachtig procent van het politieapparaat belast is met de bestrijding van verdovende middelen. Waar gaat het heen als de alcohol daar nog bijkomt? Voor de maffia is het natuurlijk luilekkerland. Het is goed dat erop gewezen wordt dat teveel niet goed is. Maar dat wisten wij al. Daar komt bij dat wat voor de één goed voor de ander slecht is. Winston Churchhill was een roker en een drinker, deed niet aan sport en werd negentig jaar. Misschien zullen onze geneeskundigen zeggen, anders was hij nog ouder geworden. En dan, was hij gelukkiger geweest?Ik herinner mij hoe vele jaren geleden in het Verenigd Koninkrijk een rapport van geneeskundige heilsprofeten verscheen over onze slechte gewoontes. Zelfs neuspeuteren moest verboden worden. In de pers werd het neergesabeld als akelige betweterij met minachting voor het persoonlijke leven, overschatting van de plaats in de samenleving. Wat verkeerd en wat goed is wordt bepaald door omstandigheid, tijd en gewoonte. De tien geboden uit de bijbel zijn in wezen juridische voorschriften hoe een vreedzame samenleving tot stand te brengen. Het alcoholverbod uit de Koran is een medisch voorschrift omdat alcohol in de woestijn onder de brandende zon niet veel goeds kan brengen. Maar alcohol kent ook medische toepassingen zoals het toedienen aan onderkoelde personen. Regelmatig duiken er lieden op die de maatschappij willen veranderen omdat er iets is dat hen niet bevalt en dan bereid zijn om de hele boel op de schop te gooien, waarvoor alles moet wijken. Het is goed dat er geneeskundigen zijn. Zij doen nuttig werk zoals anderen dat ook doen. Zij zijn er om zieken beter te maken. Maar het vak van geneeskundige is niet bedoeld om een ander de les te lezen.



Haatzaaien

Recht Posted on Sun, September 25, 2016 13:20:58

KUTLUI

 

De vorige inmiddels uit het ambt gezette advocaat van Wilders, mr Moszkowicz, ging het werkelijke debat over het gedachtengoed van Wilders uit de weg door rookgordijnen op te werpen. Zoals het wraken van een rechter dat nergens op sloeg. Dat de wrakingskamer zich daarvoor leende was ronduit bedenkelijk. De druk om onverwijld een beslissing te moeten nemen en de grote publieke belangstelling, de media aandacht kunnen een verkeerde rol gespeeld hebben. Verder rommelde Moszkowicz met de machinaties van een over het paard getilde raadsheer plaatsvervanger die aan de borreltafel had geregeld het Wilders circus in de rechtszaal nog even te kunnen laten voortduren.

Het is een verademening zoals de huidige advocaat Knoops thans de verdediging voert in de zaak tegen de door het openbaar ministerie vervolgde Wilders wegens het aansporen tot ‘minder Marokkanen’. Knoops wijst er terecht op dat de uitspraken van Wilders in het kader van het politieke debat gezien moeten worden. Ik heb de indruk dat de Jodenvervolging nog steeds de geesten vertroebelt. De angst voor stigmatisering van een bevolkingsgroep met ongewenste gevolgen ligt voor de hand. In Nazi Duitsland werd haat, dood en verderf gezaaid tegen een bevolkingsgroep die al eeuwenlang in Duitsland geïntegreerd was. Ook werd ras en geloof door elkaar gehaald. Afgunst was de drijfveer.

Laten we bij de les blijven om te beseffen waar het hier om gaat. Willen we meer of minder immigranten? Willen we immigranten, die met woord en daad laten blijken dat hun hart niet hier ligt, maar hen toch het Nederlandse paspoort gunnen? Dat zijn geen vragen die in de rechtszaal opgelost moeten worden. Een rechter is er om de wet toe te passen. Die wet komt tot stand dankzij het openbaar debat. In Nazi Duitsland was dat niet mogelijk maar bij ons wel. Het kan niet zo zijn dat een rechter dat onmogelijk kan maken.

De artikelen 137c, 137d en 137e Wetboek van Strafrecht over het beledigend uitlaten over een groep van mensen op grond van hun ras, het aanzetten van haat tegen of discriminatie van of gewelddadig optreden vanwege hun ras, het openbaar maken van uitlatingen waarvan men weet of kan vermoeden dat ze voor een groep van mensen wegens hun ras beledigend zijn, dan wel aanzetten tot haat of discriminatie, bieden voor hen die een hekel aan Wilders hebben een open deur. Verder aan hen met lange tenen, zij die lijden aan egozwakte of er verkeerde sympathieën op na houden.

 

Maar hebben de ‘kut Marokkanen’ van Spekman zelf aangifte gedaan tegen Spekman of tegen Wilders? Waarschijnlijk niet. Het zijn anderen geweest die zich geen ‘kut Marokkaan’ voelen en dat met de aangifte willen laten blijken. Zal een eerzame Nederlander in Rome die ‘kut Nederlanders’ ziet pissen in de Trevi fontein zich aangesproken voelen door die kwalificatie? Hij zal plaatsvervangende schaamte voelen. Zo zal het ook de rechtgeaarde Engelsman vergaan die ziet welke ravage zijn landgenoten bij voetbalwedstrijden aanrichten. Wie zijn die eerzame Marokkanen die kennelijk geen plaatsvervangende schaamte kennen, zich beledigd voelen doordat hun juichende landgenoten na 9/11, die zwaaien met een IS vlag daarop aangekeken worden?

 

De oproep ‘minder Marokkanen’ komt niet uit de lucht vallen. Het is niet zo dat maar in het wilde weg gefantaseerd wordt over gewraakt gedrag, zoals in de film Jud Süss van Joseph Goebbels of in de Protocollen van Zion. De uitlatingen ‘kut Marokkanen’ van ook Hans Spekman en ‘Pleur op’ van Mark Rutte spreken voor zich. Wilders voelt zich terecht tekort gedaan nu tegen hem wel maar tegen Spekman en Rutte geen vervolging is ingesteld. Misschien is er geen aangifte gedaan en men kan zich afvragen waarom niet?

 

Dat geeft ook aan dat we hier in het politieke krachtenveld zitten hoe op te treden tegen ongewenst gedrag. Men kan zijn twijfels hebben over de methoden die Wilders wil toepassen om het probleem op te lossen. Eerlijk gezegd denk ik dat hij geen werkelijke visie daarover heeft. Het zijn eerder de uitingen van een machteloze toeschouwer die ziet hoe de zogenaamd correcte politiek het onheil over zichzelf heeft afgeroepen. Ook dat geldt als een verzachtende omstandigheid.

 

De artikelen 137c, 137d en 137e Wetboek van Strafrecht zijn zinvol, maar niet in het politieke debat over kutlui.

 



« PreviousNext »